Laatste les periode 1-21

Your brain is a muscle, welcome to the gym.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Your brain is a muscle, welcome to the gym.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderwerpen hebben we
deze periode besproken?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De stam van een werkwoord vind je door:
A
Het werkwoord in de ik-vorm te zetten.
B
"en" van het werkwoord af te halen.
C
Dat weet je gewoon.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij is ... (verhuizen).
A
verhuist
B
verhuisd

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Tegenwoordige Tijd moet je de
jij-vorm van een werkwoord spellen met:
A
Stam
B
Stam + t
C
Stam + t/d-e
D
Stam + en

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Verleden Tijd moet je de
wij-vorm van een werkwoord spellen met:
A
Stam
B
Stam + t/d-e
C
Stam + t/d-en
D
Stam + en

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voltooid deelwoord van een werkwoord wordt gespeld met:
A
Ge + stam
B
Stam + t/d-e
C
Ge + stam + t/d-en
D
Ge + stam + t/d

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Het gebeurt vaak dat er d/t-fouten komen bij het werkwoord "gebeuren".
2. Het is nog nooit gebeurd dat iedereen deze vraag foutloos beantwoorde.
A
Stelling 1 heeft een voltooid deelwoord erin.
B
Stelling 2 heeft een voltooid deelwoord erin.
C
Stelling 1 & 2 hebben allebei geen voltooid deelwoord erin.
D
Stelling 1 & 2 hebben allebei wel een voltooid deelwoord erin.

Slide 8 - Quizvraag

Expres beantwoordde fout geschreven. 
Als je de standaard uitgangen + HeT SeXY FoKSCHaap kan je altijd de correcte Verleden Tijdsvorm uitvogelen.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ... (lopen) gisteren helemaal de klauwen uit.
A
lopte
B
loopte
C
liep
D
liept

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

TT = Stam + t-en

VT = Stam + t/d-en

Let op: 
- In welke tijd het staat.
- Enkelvoud of meervoud?
- Staat er nog een ander werkwoord in de zin? 
- Is het een zwak of sterk werkwoord? 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sepllignsdropacht

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grammaticale missers
Groter dan, maar hetzelfde als. 
Het raam, doe dit of dat raam dicht. 
De pen, zie je deze of die pen? 
Ons hebben dat goed gedaan? --> Hun hebben

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feedbackformulier
https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=Ydvh3TNr706B2c3GyTklcSjYs73THHtKnzrx4lLkaIdUOFBZU1o3REZWTTI4Rk80V0w4VEpTNEtKQS4u

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Link

Deze slide heeft geen instructies