VPK 2.2.2 GHZ Syndromen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Clienten met een verstandelijke beperking

Lesdoelen

• Student heeft kennis van de verschillende niveaus GHZ
• Student weet welke begeleidingsmethoden er zijn
• Student heeft een beeld van de rol als verzorgende als het gaat om begeleidingsmethoden en specifieke leerdoelen

Overzicht niveaus

Alleen IQ ???

Adaptief vermogen

Vermogen om het leven zelfstandig in te richten

Conceptuele vaardigheden

Sociale vaardigheden

Praktische vaardigheden

Begeleidingsmethoden

ABB ( affectieve bewuste benadering)

Gentle teaching( verbondenheid/ gelijkwaardigheid)

Tripple C (Lichte/matige verst. bep. en gedrag) client coach comptentie

(Kennisplein gehandicapten sector)

LACCS ( EMB) 

Active support( empowerment/inclusie)

Affectief Bewuste Benadering

Bij de ABB draait het om de begeleidingsrelatie. Onderzoek naar algemene therapiefactoren en cliënttevredenheid wijst uit dat kwaliteitsbeleving van de cliënt voor het grootste deel bepaald wordt door deze relatie. 

De ABB creëert voorwaarden voor een goede begeleiding en biedt naast een visie ook de tools om deze in praktijk te brengen.

De Affectief Bewuste Benadering (ABB) is een methode voor het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking en zwakbegaafden. De ABB-methode is ontstaan door de samenwerking tussen een aantal professionals uit het werkveld. Het uitgangspunt van deze succesvolle begeleidingsmethode is dat de begeleider zicht bewust wordt van het cognitieve en emotioneel niveau van de cliënt, en tegelijk ook van dat van zichtzelf.

Bij deze methode wordt gebruikt gemaakt van de principes van Expressed Emotion (emotionele expressie), de systeemtheorie en de cliëntgerichte therapie (Carl Rogers). De methode creeert voorwaarden voor de begeleiding en biedt naast een visie ook de begeleidingsmethodiek om deze in praktijk te brengen. Hiermee kan de kwaliteit van de bejegening geoptimaliseerd worden.

De ABB-methode geeft concreet begeleidingspotentieel bij thema’s als:

hoe breng ik afstand en nabijheid in balans?

hoe ga ik om met emotie in de begeleidingsrelatie?

• hoe krijgt het netwerk van de cliënt en de begeleider invloed op deze relatie?

Tripple C

1. Gaat uit van hun menselijke behoeften
2. Onvoorwaardelijke begeleiding bieden (gehechtheid en relatieopbouw)
3. Samenwerken aan betekenisvolle daginvulling (competentieopbouw
4. Probleemgedrag zien als signaal van onvervulde mensleijke behoeften

LACCS ( EMB) 

Voor een goed leven moet het op vijf gebieden goed voor elkaar zijn: de LACCS-gebieden. Lichamelijk welzijn, alertheid, contact, communicatie en een stimulerende tijdsbesteding.

Active support( empowerment/inclusie)

Wat wordt er bedoeld met empowerment?

To empower. Dit Engelse woord betekent letterlijk 'iemand tot iets in staat stellen'. Het heeft alles te maken met kracht en zelfbewustzijn. Empowerment is een bewustwordingsproces, waarbij het gaat om mensen te stimuleren hun eigen kracht te vinden en die te activeren.

Wat zijn uiterlijke kenmerken van het syndroom van down?

1. Veel haar
2. Ondergewicht
3. Lange vingers en tenen
4. Een grote tong

Diep/ zeer ernstig verstandelijk beperkt (IQ tot 20)

• Slechts 1%
  
• Maximale bereikbare verstandelijke leeftijd 2 jaar
  
• Nauwelijks contact
  
• Agressie komt vrij vaak voor ⇨ automutilatie
  
• Lichamelijk zeer kwetsbaar
• Continue afhankelijk van verzorging
  

Ernstige verstandelijk beperkt (IQ 20-34) 

• 7%
  
• Maximale bereikbare verstandelijke leeftijd 4 jr
  
• Spraak is soms mogelijk
  
• Zwakke motorische ontwikkeling
  
• Tijdsbesef is heel slecht
  
• Behoefte aan constant supervisie
  

Matig verstandelijk beperkt (IQ 35-49) 

• 18 %
  
• Maximaal te bereiken verstandelijke leeftijd is 7 jr
  
• Leren praten en communiceren is mogelijk
  
• Zelfverzorging onder toezicht
  
• Eenvoudig werk onder toezicht is soms mogelijk
  
• Betere motorische ontwikkeling

Licht verstandelijk beperkt (IQ 50-69)

• 70 %
  
• 6 tot 12 jaar
  
• De ontdekking laat (moeilijk herkenbaar)
  
• Tekortkomingen in het abstract denken en het leggen van verbanden.
  
• Makkelijk beïnvloedbaar
  
• Vaak mogelijk om later een beroep uit te oefenen
  

Welke niveaus van ontwikkeling in GHZ zijn er ?

1. Diep, Ernstig, Matig, Licht
2. Laag, Ernstig, Matig, Licht
3. Geen
4. Diep, Ernstig, Matig, hoog

Opdracht 

• Maak twee tallen en kies  1 van  de syndromen.
  
•  Let op; elk duo groepje kiest een ander onderwerp!

• Je werkt samen met de buddy het gekozen syndroom uit.
• Je bereidt samen een presentatie voor.

​

Syndromen

Foetaal Alcohol Syndroom ​

Fragiele X Syndroom ​

Prader Willi Syndroom​

Syndroom van Angelman​

Williams syndroom ​

Tubereuze Sclerose Complex​

Syndroom van Rett ​

Cri du Chat Syndroom​

Cornelia de Lange Syndroom​

VCFS (velo-cardio-faciaal-syndroom)​

Vervolg opdracht

Wat houdt het syndroom in?​

Mogelijke oorzaken van het gekozen syndroom​

Niveau van de geestelijke handicap behorend bij het syndroom (IQ)​

Symptomen/ andere kenmerken of gerelateerde aandoeningen/ beperkingen​

Probleemgedrag?​

Behandelwijze​

Begeleidingswijze​

Verpleegproblemen? (noem er minstens 3)

Je gaat een presentatie voorbereiden van maximaal 10 minuten per duo.​

Vragen?