Bedrijvende en lijdende vorm - Grammatica blok 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Bedrijvende en lijdende vorm

Grammatica blok 2

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.

In een zin in de bedrijvende vorm is degene die iets doet het onderwerp.

Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat er gebeurt.
In een zin in de bedrijvende vorm is degene die iets doet het onderwerp.

De vrouw vertelt een verhaal.

Het onderwerp, de vrouw, doet iets, ze vertelt. Wat ze vertelt, is het lijdend voorwerp, het verhaal.

In de lijdende vorm ziet de zin er anders uit:

Het verhaal wordt door de vrouw vertelt.

De werkwoorden zijn hier wordt en vertelt, het verhaal is het onderwerp. 

Het verhaal zelf vertelt dus niet. Het onderwerp doet niets. 

In zinnen in de lijdende vorm staat een vorm van het werkwoord worden of zijn. Zo'n zin heeft geen lv.

Vragen?

Word jij later docent aardrijkskunde?

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De toets wordt morgen afgenomen in de klas.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De bakker werd door de hond aangevallen.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De kat vangt een muis.

1. bedrijvende vorm
2. lijdende vorm

Deze grap werd me gisteren ook al geappt!

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

Mijn vader koopt bloemen.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

Jan organiseert het afscheidsfeest.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De leerlingen maken de grammaticatoets.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De brieven worden door de postbode bezorgd.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

De speler heeft een prachtig doelpunt gemaakt.

1. bedrijvende vorm
2. lijdende vorm

Vragen?