§4.8 - Hv1 - Grammatica woordsoorten

Ik heb mijn eigen muur gemetseld, want hij was ingestort.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik heb mijn eigen muur gemetseld, want hij was ingestort.

Slide 1 - Tekstslide

§4.8 Grammatica woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Aan het eind van de les ken je de woordsoorten voegwoord (vw), persoonlijk voornaamwoord (psv) en bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen: welke werkwoordsoorten ken je inmiddels?

Slide 4 - Open vraag

Wie weet het antwoord op deze vragen?


1.  Wat is een hoofdzin?
2. Wat is een bijzin?

Slide 5 - Tekstslide

Voegwoord (vw)
Een voegwoord voegt twee zinnen of zinsdelen samen.
Een voegwoord kan staan tussen:
- twee zinsdelen; Hebben jullie een kat en een hond?
- twee hoofdzinnen; Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, maar voor Engels heb ik niets.
- Een hoofd- en en bijzin: Ik ga meteen beginnen, omdat ik veel huiswerk heb.

Slide 6 - Tekstslide

Voegwoord (vw)
Een voegwoord voegt twee zinnen of zinsdelen samen.
Een voegwoord kan staan tussen:
- twee zinsdelen; Hebben jullie een kat en een hond?
- twee hoofdzinnen; Voor wiskunde heb ik veel huiswerk, maar voor Engels heb ik niets.
- Een hoofd- en en bijzin: Ik ga meteen beginnen, omdat ik veel huiswerk heb.

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord (psv)
… verwijst meestal naar één of meer personen.
… staat vaak in de plaats van een zn

Timo kan geweldig gamen. Hij is heel handig in spelletjes.

Slide 8 - Tekstslide

Onderwerps- en voorwerpsvorm

Slide 9 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord (bzv)
… geeft aan van wie iets is.


Het is mijn tas.


Let op:
Die tas is van mij. > mij = psv

Slide 10 - Tekstslide

Quizje!
Bij de volgende zin wordt steeds een woord aangewezen, welke woordsoort hoort erbij? Je hebt steeds 20 sec. om te antwoorden!

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij bezig was met zijn huiswerk.

Slide 11 - Tekstslide

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 12 - Quizvraag

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 13 - Quizvraag

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 14 - Quizvraag

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 15 - Quizvraag

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 16 - Quizvraag

Hij wilde mij mijn laptop niet geven, omdat hij nog bezig was met zijn huiswerk.


A
voegwoord (vw)
B
persoonlijk voornaamwoord (psv)
C
bezittelijk voornaamwoord (bzv)

Slide 17 - Quizvraag

Theorie lezen + opdrachten
Ga via Magister naar Talent en lees de theorie van 4.8
3 minuten, begin daarna met de opdrachten
Maak eerst de instapopdracht (1)
bepaal vervolgens je route
maak 1 t/m 11

Slide 18 - Tekstslide