6.2 bestuiving + 6.3 bevruchting

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Thema 6 Voortplanting bij planten en dieren

1. Bloemen

2. Bestuiving

3. Bevruchting

4. Vruchten en zaden

5. Ongeslachtelijke voortplanting

6. Geslachtelijke voortplanting

7. Verspreiding van zaden

Leerdoelen

6.2.2 Je kunt beschrijven wat bestuiving is.

6.2.3 Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.

6.2.4 Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen.

6.3.5 Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij zaadplanten verloopt.

6.3.6 Je kunt de veranderingen in het zaadbeginsel na bevruchting beschrijven.

Bestuiving

Overbrengen stuifmeel op stempel van zelfde soort

Verzamelen van nectar door insecten

Kruisbestuiving en zelfbestuiving

Stuifmeel van meeldraad op stempel van dezelfde plant 

Stuifmeel van meeldraad op stempel van andere plant 

Insectenbloem

• Grote opvallende kroonbladeren
• Geurend
• Nectar

Windbloemen

• Klein en onopvallend gekleurd
• Helmknoppen en stempels (groot en veervormig) steken uit de bloemen

Bevruchting: Versmelten kern stuifmeelkorrel met kern eicel

Bevruchte eicel bevat chromosomen van de mannelijke en vrouwelijke geslachtscel

Na bevruchting

• Bevruchte eicel gaat delen, ontstaan kiem. 
• Zaadbeginsel begint te groeien -> zaad.
• Elk zaad bevat een kiem

Oefenen

Malmberg maken alle opdrachten van  6.2 + 6.3