P10 Engelse werkwoorden

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 2E! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond en leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek


Slide 1 - Tekstslide

Welkom 2F! 
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. 

Leg het volgende vast op tafel:
  • schrift en etui
  • leesboek

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pak je leesboek en ga lekker lezen!

Slide 4 - Tekstslide

Goedemorgen klas 2C

Vandaag...

- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
  • nakijken werkblad 
  • uitleg P10 Engelse werkwoorden
  • opdrachten maken
Leerdoelen:
-Ik kan Engelse werkwoorden spellen.

Slide 5 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken Werkblad 2

Slide 7 - Tekstslide



Persoonsvorm         > T.T.
                                       


                                        > V.T.


Geen persoonsvorm   >    voltooid deelwoord ('t Kofschip)
                                           >    onvoltooid deelwoord ( hele ww + d)








1. Ik of jij/je erachter = ik-vorm
2. ev: jij/hij/zij/het = ik-vorm + t
3. mv: wij/jullie/zij = hele werkwoord
Sterke werkwoorden: veranderen van klank 
Zwakke werkwoorden: ik-vorm + te(n)/de(n)

Slide 8 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Het Nederlands heeft veel werkwoorden uit het Engels overgenomen. We vervoegen deze leenwoorden net als Nederlandse werkwoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Zo spel je Engelse werkwoorden:
  • ik-vorm tt: -en van het werkwoord afhalen: speechen, rugbyen. Maar: timen - time, liken - like
  • eindigt in het Engels op dubbele medeklinker, schrijf je enkele medeklinker: flossen - flos                               Maar: paintballen - paintball
  • Engelse werkwoorden zijn in het Nederlands zwakke werkwoorden, dus in verleden tijd en bij voltooid deelwoord: 't (e) x - f (o) k s ch (aa) p.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Gebruik het blokkenschema. Vervoeg de Engelse werkwoorden: 
  • racen
  • scannen
  • stressen

Tip: vervoeg de werkwoorden op dezelfde manier als Nederlandse werkwoorden.


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 1 t/m 5 + 6B in het boek (blz. 260/261)
Cursus 7 - Spelling - P10 Engelse werkwoorden

Klaar?
  • maak werkblad 3
  • lezen in je leesboek
  • kies een puzzel (blz. 272 - 291)

timer
25:00

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Maandag 10 februari:
  • C7, P10: opdr. 1 t/m 5 + 6B

Slide 17 - Tekstslide