L'existentialisme

L'existentialisme
1945-1960
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

L'existentialisme
1945-1960

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean-Paul Sartre
1905-1980

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Jean-Paul Sartre
  • 1945: huis clos (du théâtre)
    Trois personnes dans l'enfer, mais il n'y a pas d'instruments de torture physique. « L'enfer c'est les autres » C'est-à-dire que la vie se perçois à travers des autres. Les trois personnes se débattent  pour échapper à leur situation, mais ils n'en arrivent pas. 

  •  1945: l'existentialisme est un humanisme (de la philosophie)
    Regarde le vidéo dans le dia prochain et réponds aux questions. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jean-Paul Sartre
  • Philosophe et écrivain engagé. 
  • Il est athée et existentialiste. 

Slide 5 - Tekstslide

Écrivain engagé = geëngageerd schrijver = schrijver die zich druk maakt om maatschappelijke problemen.

Athée = atheïst. 
9

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:35
Welke vergelijking maakt ze?

Slide 7 - Open vraag

Stel je voor dat je op een podium gezet wordt. Je bent geen acteur en je hebt geen voorkennis. Dit wordt vergeleken met het leven. Volgens Sartre lijkt de 'condition humaine' hier een beetje op.
01:42
Wat is volgens Sartre hét verschil tussen een object en een persoon? Noteer twee Franse citaten.

Slide 8 - Open vraag

Objet: "l'essence précède l'existence"
Personne: "l'existence précède l'essence"
02:27
Leg het citaat "l'existence précède l'essence" uit.

Slide 9 - Open vraag

De kern van het mens zijn is niet van tevoren gedefinieerd. Mensen bestaan eerst en definiëren vervolgens zichzelf (door hun eigen keuzes en acties).
Sartre was een atheïst en gelooft dus niet in het bestaan van een God die van tevoren voor iedereen heeft vastgesteld hoe deze persoon is in essentie.
03:03
"L'homme est condamné à être libre."
Leg uit waarom de mens volgens Sartre veroordeeld is om vrij te zijn?

Slide 10 - Open vraag

Omdat de mens een vrije wil heeft/er geen entiteit is die van tevoren heeft bepaald wat de essentie is van elk persoon, is de mens veroordeeld om vrij te zijn.
Mensen definiëren zichzelf a.d.h.v. hun eigen keuzes en acties.
03:57
Wat zijn de twee gevolgen van het veroordeeld zijn tot vrijheid voor de mens volgens Sartre?

Slide 11 - Open vraag

1. Het gevolg hiervan is dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor hun keuzes.
2. Dit zorgt voor een bepaalde angst ('angoisse'), omdat je als mens zelf keuzes moet maken.
04:58
Ze geeft twee voorbeelden waarin deze gevolgen geïllustreerd worden. Noem er één en dit voorbeeld uit.

Slide 12 - Open vraag

1: Een schrijver voor een leeg vel. Dit zorgt voor angst, omdat de schrijver alle keuzes, welke woorden te schrijven, nog kan maken en hij deze keuzes zelf moet maken.
2: Je ouders hebben een familiebedrijf, maar jij wilt schrijver worden. Je ouders willen dat je bij het familiebedrijf komt werken, dus dat doe je. Je kan je niet verschuilen achter het niet hebben van een keuze. Je had wel de keuze om schrijver te worden, maar je hebt een andere keuze gemaakt en dus ben je zelf verantwoordelijk voor deze keuze (niet je ouders).
05:20
Vertaal deze zin: "Étant libre, tu es la somme de tes actes et de tes choix donc tu es responsable de qui tu es; mais rien n'étant immuable, si tu veux changert, il suffit de changer tes choix."

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

05:28
Sla minuut 5.28-6.30 over!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

08:02
"L'existentialisme est une philosophie optimiste". Leg in maximaal 40 woordenuit waarom het existentialisme een optimistische filosofie is. Gebruik de woorden: 'noodlot' en 'keus' (of: keuzes).

Slide 15 - Open vraag

Het existentialisme is gebaseerd op actie. Het noodlot bestaat niet, omdat niet vanaf onze geboorte vaststaat wie en wat we zijn. Als we willen veranderen kan dat door onze keuzes te veranderen.
Résumé: les caractéristiques
  • L'existence précède l'essence. 
      >  Nous sommes la somme de nos actes et de nos choix.
  • Nous sommes condamnés à être libres.
      >  Nous sommes responsables de nos propres actes et de nos propres                  choix.
      > Nous avons toujours une choix.
  • Une philosophie optimiste.
      > L'existentialisme est tourné vers l'action; il n'y a pas de fatalités. Donc si           nous voulons changer, il suffit de changer nos choix. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gedachte-experiment:
Is een Franse gevangene tijdens de Duitse bezetting (1940-1945) in essentie vrij of onvrij volgens Sartre? Motiveer je antwoord in maximaal 40 woorden.

Slide 17 - Open vraag

Vrij, want er is altijd een keuze die je kan maken. De gevangene heeft de keuze op welke manier deze zich opstelt in diens gevangenschap.

Hoe is het gegaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Tu as encore des questions?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies