5v les 2 L'existentialisme - Sartre

Le ______________________
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Le ______________________

Slide 1 - Tekstslide

Plan du cours
1. Les buts du cours
2. Qui était Jean-Paul Sartre ? 
3. Qu'est-ce que c'est "L'existentialisme"? 
4. Extra informatie over l'absurde, visie op God volgens J-P S.
5. Lecture de "Le mur" de Jean-Paul Sartre (partie 2)

Slide 2 - Tekstslide

1. Les buts du cours
-Tu sais qui était Jean-Paul Sartre,  
-Tu peux expliquer ce qu'est l'Existentialisme en néerlandais,
-Tu as lu la deuxième partie de la nouvelle "Le Mur". 



Let op: je maakt aantekeningen op je opdrachtblaadje. 





Slide 3 - Tekstslide

Qu'est-ce que tu sais sur J-P Sartre ?
Parle en duo de ce que tu sais sur J.P Sartre. 

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

2a. Jean-Paul Sartre (1905-1980)
-Un philosophe et écrivain français,
-Il est le représentant de l'Existentialisme,
-Une enfance difficile
           *son père meurt quand J-P était encore un bébé,
           *il est élevé par sa mère et ses grand-parents, 
            *il est souvent seul, n'a pas d'amis et lit beaucoup. 
-Il sera professeur de philosophie à l'Université de la Sorbonne.

Slide 5 - Tekstslide

2b. Jean-Paul Sartre (1905-1980)
-Il rencontre Simone de Beauvoir. Ils auront une relation libre ensemble. 
-Pendant la Seconde Guerre Mondiale: Il est emprisonné.
-Il fait de la politique et écrit beaucoup de textes. 

Slide 6 - Tekstslide

3. L'existentialisme, c'est quoi ?
Parle en duo sur ce que tu te souviens.  

-"L'existence de l'homme"
-"La solitude de l'homme"
-"L'homme est condamné à être libre"
-"La vie est absurde"
timer
1:00

Slide 7 - Tekstslide

3a. L'Existentialisme
  • 20e-eeuwse filosofische en literaire stroming,
  • De mens heeft er nooit om gevraagd om te leven en de wetenschap dat hij zal sterven beangstigt hem,
  • De mens is onzeker in een onzekere wereld,
  • Gevoelens van afkeer, angst overheersen,
  • Ieder persoon is een uniek wezen, verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot.


Slide 8 - Tekstslide

3b. 7 belangrijke begrippen
1. L'existence de l'homme = Het bestaan van de mens. L’existence précède l’essence, het bestaan gaat vooraf aan de essentie (het wezen) van de mens. (Voorbeeld van de canvas).

2. La solitude de l’homme = de eenzaamheid van de mens,  de mens kan alleen op zichzelf rekenen.


Slide 9 - Tekstslide

3c. 7 belangrijke begrippen
3. L’homme est condamné à être libre = menselijke vrijheid staat centraal, dit geldt voor ieder mens.
4. La vie est absurde =  het leven wordt door de mens als absurd ervaren. 
5. La responsabilité =  verantwoordelijkheid = Als mensen verantwoordelijkheid nemen en ervoor kiezen om te handelen, zal hun leven zin hebben. 


Slide 10 - Tekstslide

3d. 7 belangrijke begrippen
6. Il faut agir = de mens moet handelen. De mens bestaat alleen door zijn handelen; de mens is wat hij zelf doet. Zijn keuzevrijheid wordt ingeperkt door intermenselijke relaties en door factoren die hij niet kan beïnvloeden zoals afkomst. 
7. L’engagement et la solidarité =  betrokkenheid en solidariteit geven antwoord op de zinloosheid van het bestaan in een als absurd beleefde wereld.

Slide 11 - Tekstslide

4. Extra informatie volgens J-P Sartre
  • L'absurde: De mens leeft in een onverschillige en zelfs een vijandige omgeving, eenzaam in een absurde wereld.
  • Visie op God: Sartre denkt dat God niet bestaat. Voor S. betekent dit dat er geen vooraf bepaalde betekenis, doel of essentie is die door een goddelijk wezen is vastgesteld. Dus mensen moeten zelf betekenis geven aan hun leven en bestaan.

Slide 12 - Tekstslide

5a. Le Mur (1939) 
-Een korte verhalenbundel die bestaat uit 5 verhalen,
-“De muur” is het gemeenschappelijk symbool waar het in de 5 teksten om draait. Hij symboliseert opsluiting, mentaal en fysiek
-"Le mur": Het gaat over een ter dood veroordeelde republikein tijdens de Spaanse Burgeroorlog die zijn laatste nacht in de cel doorbrengt. 




Slide 13 - Tekstslide

5b. Le Mur (1939) 
- De “muur” waar de personages voor geplaatst worden is dus anders in elk verhaal
-Sartre prikkelt de nieuwsgierigheid van de lezer doordat deze wil weten hoe elk personage zal reageren als de muur in zijn leven verschijnt
=Hij kan hem proberen te omzeilen, ermee leven, niets doen of wachten tot er iets gebeurt, de een of andere daad stellen, de existentiële keuze ligt bij hem.

 




Slide 14 - Tekstslide

1.  Tu as atteint les buts ?
-Tu sais qui était Jean-Paul Sartre,  
-Tu peux expliquer ce qu'est l'Existentialisme en néerlandais,
-Tu as lu la première partie de la nouvelle "Le Mur". 








Slide 15 - Tekstslide