4.3 Lezen (+ korte herhaling 1.3 en 2.3) mavo 2 les ?1 t/m 5 07-02-2024 t/m ?15-02-2024

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Kijk naar de afbeelding.
Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Kijk naar de afbeelding.
Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Kijk naar de afbeelding.
Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Kijk naar de afbeelding.
Wat is het tekstdoel?

1. informeren
2. amuseren
3. activeren
4. overtuigen

Welke 4 tekstdoelen zijn er?

Vertel iets over het beeld en de opmaak?

Welke herkenbare logo's ken jij?

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Klassikaal

Ga naar 4.3  Lezen 

Opdracht 1, 2, 4,

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Klassikaal

Ga naar 4.3  Lezen 

Klassikaal:

Opdracht 8D - 9

Lezen tekst 4 + opdrachten 10-11

Wat is de kernzin van de 1e alinea?

Wat is de kernzin(nen) uit deze alinea?

Klassikaal

Ga naar 4.3  Lezen 

Opdracht: 12-13

Lezen tekst 5 + opdrachten 14 t/m 16

Klaar?: Ga naar test jezelf 3.3. Lezen

Afspraken:

• Je zit op je vaste plek.
• Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
• Je telefoon ligt in de kluis.
• Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.

Regels tijdens de les:

• We luisteren naar elkaar.
• Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  
• Je steekt je hand op voor vragen.
  

In stilte lezen in je leesboek

Klassikaal

Verder met tekst 5 + opdrachten 14 t/m 16

Klassikaal

Ga naar 3.4 Lezen 

Tekst 6, opdracht 19 t/m 23

Zelfstandig maken 4.3

1. Wat?: maak opdracht 9, 10, 11, 12
2. Hoe?: zelfstandig, zachtjes overleggen mag
3. Tijd: 10 minuten
4. Klaar?: ga verder tekst 5, 13 t/m 16
5. Kort nabespreken
6. Dit is ook je huiswerk voor morgen: opdracht 9, 10, 11, 12

Tekstopbouw: 

Nieuwsbericht

tweedeling of driedeling?

Deze week:

• 4.3 Lezen afronden
• Kort herhalen Lezen 3.3 en 4.3. Toets is op 1 maart
• Test jezelf/oefentoets/op-drachten afmaken/herhaal voor jezelf 1.3 + 2.3
• Start met 3.8 Spelling

Wat zijn de 3 stapjes die je kan gebruiken om de hoofdgedachte van de tekst (= dat wat de schrijver over het onderwerp wil zeggen?) te formuleren?

Toets Lezen

Toets Lezen 3.3 en 4.3 + herhalen theorie 1.3 en 2.3

Toets is op vrijdag 1 maart

Telt 3x mee

herhalen leerstof

4 manieren om een tekst te lezen

1. Verkennend lezen
2. Nauwkeurig lezen
3. Zoekend lezen
4. Studerend lezen

Tekstopbouw

Wat staat er in de:

Inleiding 

Kern

Slot

van een tekst?

Tekstopbouw

Inleiding =

Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje

Kern=

Meer informatie over het onderwerp. Vaak meerdere alinea's en meerdere deelonderwerpen. Het langste deel.

Slot =

Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.

Tekstopbouw

= De tekst staat in een logische volgorde.

• een tweedeling: Inleiding - kern 
• een driedeling: Inleiding - kern - slot 

Beeld en opmaak

Beeld en opmaak: de manier waarop de tekst is vormgegeven op bijv. een website of in een folder = lay-out:

- Soort letter en de grootte van de letter (huisstijl)

- Verdeling van de tekst over de bladzijde of website

- Gebruik van de kleuren (hema, zwitsal, lidl)

- Plaatjes bij de tekst (logo: plaatje waaraan je het bedrijf kan herkennen)

Doel van bovenstaande: dat de lezer door beeld en opmaak direct weet van welk bedrijf de informatie is.

Wat is het verschil tussen:

hoofdgedachte, onderwerp en deelonderwerpen van een tekst?

Hoofdgedachte: belangrijkste wat een schrijver over het onderwerp van de tekst zegt. De hoofdgedachte schrijf je op in 1 zin.

Onderwerp van een tekst: waar gaat de tekst over? Formuleer dit in max 3 woorden.

Deelonderwerpen van een tekst: dit staat in de kern van de tekst. Het onderwerp is opgedeeld in meerdere deelonderwerpen.

Zelfstandig aan de slag met 3.3 en 4.3 lezen 

Wat ga je doen (kies zelf waarmee je start): 

1. Versterk jezelf
   
2. Test jezelf Talent Online 3.3 en 4.3 daarna de oefentoets maken
3. Leerteksten 3.3 + 4.3 goed doornemen. Herhaal ook 1.3 en 2.3
   
4. Eerder gemaakte opdrachten doornemen
   

Hoe?:  alleen, in stilte (oordopjes in mag)
Tijd: 20 minuten
Vragen?: steek je hand op.

Klaar?: ander huiswerk of lezen

Programma

Wat gaan we doen?: 

1. Oefentoets maken over Talent 3.3 en 4.3 Lezen ( + herhalen theorie 1.3 en 2.3) 

2. Zelfstandig aan de slag

3. Kort nabespreken en afsluiting van de les

Oefentoets maken Lezen

1. Wat: maak de oefentoets. Schrijf je antwoorden op het proefwerkpapier. Lever aan het einde van de les alles weer in. 
2. Weet je het niet?: zoek het eerst op in de lesstof 3.3 en 4.3.
3. Hoe: lees tekst 1 en beantwoord de toetsvragen. Daarna tekst 2 lezen en vragen beantwoorden. Klaar? geef jezelf een cijfer mbv het scoremodel.
4. Hoe: alleen. zachtjes overleggen mag. oordopjes in mag.
   
5. Tijd: ongeveer 25 minuten. Daarna nabespreken in de les.
6. Eerder klaar?: oefen verder met de toets of maak ander huiswerk.