Woorden 3.5 mavo havo 1 les 1 tm xx 13-03-2024 tm xx

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
8:00
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
8:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Leerdoelen:
  • Je leert 25 nieuwe woorden
  • Je leert wat tegenstellingen zijn








Slide 2 - Tekstslide

Aan de slag met Talent 3.5 
Ga naar Talent 3.5, blz 165

Wat: maak opdracht 2a+2b (niet 2c)
Hoe: zelfstandig, zachte praattoon bij overleggen
Tijd: 4 minuten
Nabespreken





timer
4:00

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag met Talent 3.5 

Klassikaal: maak opdracht 5

Wat: Zelfstandig maken opdracht 6
Hoe: zelfstandig, zachte praattoon bij overleggen
Tijd: 4 minuten
Nabespreken




timer
4:00

Slide 4 - Tekstslide

Aan de slag met Talent 3.5 
Klassikaal: maak opdracht 8

Zelfstandig maken opdracht 9+10
Klaar?: opdracht 11
Tijd: 5 minuten
Nabespreken





timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag: woordkaartjes maken
Wat: Maak 28 woordkaartjes. Schrijf aan de ene kant het woord en aan de andere kant de betekenis.
Hoe: zelfstandig, zachtjes overleggen mag 
Klaar?: begin alvast de woordjes te leren
Allebei klaar?: Kies telkens een woord voor de ander. Hij/zij gebruikt het woord in een zin. Ieder 5 woorden, daarna omdraaien.
Tijd:  20 minuten


 





timer
20:00

Slide 6 - Tekstslide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Programma B1C
Leerdoelen:
  • Je leert 25 nieuwe woorden
  • Je leert wat tegenstellingen zijn
  1. Theorie tegenstellingen
  2. Opdracht 14 -15-16
  3. Betekenisvolle zinnen maken
  4. Woordkaartjes oefenen (of eerst woordkaartjes afmaken 







Slide 8 - Tekstslide

Programma B1D
Leerdoelen:
  • Je leert 25 nieuwe woorden
  • Je leert wat tegenstellingen zijn

  1. Opdracht 16
  2. Betekenisvolle zinnen maken
  3. Woordkaartjes oefenen (of eerst woordkaartjes afmaken )






Slide 9 - Tekstslide

Tegenstellingen

warm - koud
rijk-arm

oefening in duo's: bedenk ieder 5 tegenstellingen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

B1D: Aan de slag met Talent 3.5 
Zelfstandig maken opdracht 16
Klaar?: woordenkaartjes oefenen
Tijd: 5 minuten
Nabespreken




timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

B1C: Aan de slag met Talent 3.5 
Klassikaal: maak opdracht 14

Zelfstandig maken opdracht 15+16
Klaar?: woordenlijst oefenen/afmaken
Tijd: 5 minuten
Nabespreken




timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

B1C: Zelfstandig aan de slag: woordkaartjes maken
Wat: Maak 28 woordkaartjes. Schrijf aan de ene kant het woord en aan de andere kant de betekenis.
Hoe: zelfstandig, zachtjes overleggen mag 
Klaar?: begin alvast de woordjes te leren
Allebei klaar?: Kies telkens een woord voor de ander. Hij/zij gebruikt het woord in een zin. Ieder 5 woorden, daarna omdraaien.
Tijd:  20 minuten


 





timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een betekenisvolle zin?
Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig. 

Een betekenisvolle zin maak je met  een samengestelde zin=
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, in de tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen!




Slide 16 - Tekstslide

Zinnen maken met woordenlijst
(evt eerst nog de woordkaartjes afmaken)
1. Open het bestandje woordenlijst 3.5 (Magister/ELO/Studiewijzers/Periode 3

2. Maak betekenisvolle zinnen waarin je het woorden uit de woordenlijst gebruikt.  Ga door tot het einde van de lijst. Je mag overleggen met je schoudermaatje.

3. Klaar?: check of je zinnen netjes zijn: spelling en mooie  kloppende zinnen.

4. Vervolgopdracht voor de snelle werkers: 
Herschrijf minimaal vijf gemaakte zinnen tot betekenisvolle zinnen. 

timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

Woordkaartjes oefenen
1. Pak je woordkaartjes erbij. Eerst alleen oefenen ( 5 minuten).
Hoe?:
1. Leg steeds een kaartje op tafel. Weet jij welk woord bij de betekenis hoort of welke betekenis bij het woord? 
2. De kaartjes met woorden die je goed had, leg je weg. Met de andere kaartjes oefen je verder.

2. In duo's oefenen met woordkaartjes (2x 5 minuten)
1. Overhoor elkaar. De een pakt een kaartje en vraagt naar de betekenis. 
De ander geeft antwoord. Na 5 minuten draaien we de rollen om.



timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Afspraken:
  • Je zit op je vaste plek.
  • Op je tafel ligt je leesboek, werkboek, laptop, schrift en etui.
  • Je telefoon ligt in de kluis.
  • Je laptop is dicht (geluid uit) en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • We luisteren naar elkaar.
  • Tijdens het samenwerken overleg je op normale praattoon.
  • Je steekt je hand op voor vragen.







In stilte lezen in je leesboek
timer
8:00

Slide 19 - Tekstslide

Programma
Leerdoelen:
  • Je leert 25 nieuwe woorden
  • Je leert wat tegenstellingen zijn








Slide 20 - Tekstslide

Tegenstellingen

voorvoegsels: on-, anti-, -loos

Slide 21 - Tekstslide

Tegenstellingen
Vul aan: on-, anti-, -loos

doel
nodig
discriminatie
denkbaar

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Wat is een betekenisvolle zin?
Woord = veel tijd in beslag nemen
Het huiswerk voor wiskunde neemt erg veel tijd in beslag, ik ben er al de hele week mee bezig. 

Een betekenisvolle zin maak je met  een samengestelde zin=
Twee zinnen gescheiden door een komma. Eerste zin het woord, in de tweede zin de uitleg van de betekenis. Je mag het woord vervoegen!




Slide 24 - Tekstslide

Tweede helft van de zinnen maken uit de woordenlijst

1. Open het bestandje woordenlijst 3.5 (Magister/ELO/Studiewijzers/Periode 3

2. Maak betekenisvolle zinnen waarin je het woorden uit de woordenlijst gebruikt.  Ga door tot het einde van de lijst. Je mag overleggen met je schoudermaatje.

3. Klaar?: check of je zinnen netjes zijn: spelling en mooie  kloppende zinnen.
Ga oefenen met woordtrainer.

4. Vervolgopdracht voor de snelle werkers: 
Herschrijf minimaal vijf gemaakte zinnen tot betekenisvolle zinnen. 

timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide