Monoloog schrijven: inspiratiebronnen

Welkom bij KUDR M3+M4
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij KUDR M3+M4

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. herhalen opdracht monoloog schrijven
2. huiswerk: inspiratie verzamelen + voorbeeld
3. autobiografie in 5 zinnen schrijven
4. inspiratie in monologen
5. schrijfopdrachten
6. voordragen geschreven teksten in tweetallen
7. begin eigen monoloog

Slide 2 - Tekstslide

Planning PTA 1/5
Les 1: introductie; inspiratiebronnen
Les 2: vanuit inspiratie schrijven
Les 3: Schrijfworkshop: spanningsboog
Les 4: Voordragen monoloog; verdieping personages
Les 5: Verder schrijven aan monoloog; conflict monoloog
Les 6: Eerste versie monoloog af, aanscherpen en werken aan presentatie; genre wissel
Les 7: Feedback monoloog (dramaturgie) / voorbereiden PTA

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht PTA 1
Schrijf een monoloog vanuit jouw gevonden inspiratiebron(nen). 

 In het werkboek schrijf je aan je monoloog en verzamel je inspiratiebronnen, thema's en verdere achtergrondinformatie over je personage en opbouw (begin, midden, eind). 
Lever het werkboek met alle verzamelde inspiratie en gemaakte schrijfopdrachten ook in voor het PTA. Deze monoloog ga je dit jaar verder uitwerken en aan het einde van het jaar presenteren.

Slide 4 - Tekstslide

Inspiratiebronnen
Kunstuitingen
Theaterteksten (gespeeld of ongespeeld)
Proza, poëzie, liederen
Film- en televisiescenario’s, films
Schilderkunst, grafiek, kunstfotografie, architectuur
Muziek
Theatervoorstellingen
 
Niet fictionele teksten en afbeeldingen
Nieuwsberichten, krantenartikelen, nieuwsfoto’s, film en televisiedocumentaires
Wetenschappelijke publicaties: maatschappelijke problematieken


Persoonlijke bronnen
Eigen ervaringen, dromen, herinneringen, wensen, verlangens, fantasieën; ideeën, gedachten, thema’s, stellingen

Slide 5 - Tekstslide

0

Slide 6 - Video

Waar denk je dat de voorstelling Citizen K op is geïnspireerd?
A
Een songtekst
B
Dieren
C
Persoonlijke ervaringen
D
Toneeltekst

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Video

Inhoud en thema's
voorstelling Citizen K

Slide 9 - Woordweb

Slide 10 - Video

Wat is inspiratie geweest voor de tekst van Citizen K?

Slide 11 - Open vraag

Opdracht 1: eigen inspiratie 
(5 min) 
Schrijf je gevonden inspiratiebronnen op in je werkboek (opdr. 1 op p.5)  (in je werkboek op je computer of via lessonup). Denk aan: muziek, boeken, films, series, etc.
Nog niks gevonden? Begin bij je favoriete muziek. Of film/serie.

 Je gaat hier straks mee aan de slag bij het schrijven van je monoloog.

Slide 12 - Tekstslide

INSPIRATIE

Slide 13 - Woordweb

Opdracht 2: autobiografie in 5 zinnen 
(10 min)

Elke speler schrijft zijn leven tot nu toe op in vijf zinnen. Deze vijf zinnen moeten zeer kenmerkend voor de speler zijn. De zinnen mogen in elke vorm worden geschreven: mini-bericht, songtekst, gedicht of een verhaal. De lengte en soort van zinnen mogen spelers zelf bepalen. Enige regel: het mogen niet meer dan vijf zinnen zijn.

Slide 14 - Tekstslide

Waar schrijf je over?
Je gaat een monoloog schrijven vanuit je verzamelde inspiratie. Bewaar deze goed!

Je krijgt zo drie voorbeelden te zien. Schrijf op (via Lessonup) waardoor deze theatermakers zijn geïnspireerd. 

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Wat is inspiratie geweest voor de tekst Liefhebben?

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video

Wat is inspiratie geweest voor de tekst 'Ik ben een loser' ?

Slide 20 - Open vraag

0

Slide 21 - Video

Wat is inspiratie geweest voor deze scene uit de voorstelling 'Je suis Ali'?

Slide 22 - Open vraag

Opdracht 3: schrijven vanuit ervaring 
(10 min)
Laat je inspireren door 1 van de laatste drie monologen. Schrijf met pen en papier, dus niet op computer
Bedenk iets dat je vroeger hebt meegemaakt en wat veel indruk op je heeft gemaakt. Je speelde zelf een grote rol in het geheel, en er was iemand anders bij betrokken.
Overdrijf het verhaal, maak er een ‘sterk verhaal’ van: overdrijf, verzin, vertel leugens. Als je verhaal maar een echt sterk verhaal wordt. Schrijf dit ‘overdreven’ verhaal vervolgens uit. Hoe veranderde het overdrijven het verhaal? Wat maakt zo’n verhaal sterk en interessant?

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 4: schrijven vanuit emotie 
(10 min)
Bedenk een onderwerp waar je tamelijk opgewonden van raakt, waar je de laatste tijd erg mee bezig bent, waar je haren altijd recht van overeind gaan staan. Bedenk vervolgens een personage dat iets heel uitgesprokens kan vertellen over dit onderwerp. Bedenk een aangesprokene: tegen wie vertelt dit personage zijn verhaal?

Nu heb je de drie ingrediënten van een monoloog: een onderwerp, een verteller en een (imaginair) publiek. Schrijf de monoloog zoveel mogelijk in een keer uit.


Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 5: voordragen teksten (5 min)
Werk in tweetallen.
Lees je eigen tekst door.
Lees vervolgens (een deel) van je tekst voor aan je medeleerling
Geef elkaar feedback aan de hand van een lievelingsmoment

Slide 25 - Tekstslide

Lievelingsmomenten
voordragen teksten

Slide 26 - Woordweb

MONOLOOG
Een monoloog is alleenspraak; een betoog van één persoon die aan het woord is (en blijft), vaak zonder dat er toehoorders zijn.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Personage
Denk na over het personage dat de monoloog uit zou spreken (dit mag iemand uit de voorstelling zijn, maar ook een zelf bedacht personage, iemand die je kent of jijzelf); wie is dat en waarom houd dit personage een monoloog? Hoe voelt hij zich en hoe komt dat? Waar bevindt de persoon zich? Indien nodig, kan je een aantal nodige regieaanwijzingen voorafgaand aan de monoloog schrijven.

Slide 29 - Tekstslide

De opbouw van een monoloog
Een monoloog heeft altijd een begin, midden en eind.

Dit kan bijvoorbeeld zijn:

    Een meisje is verliefd op een jongen (begin)
   Hoe gaat ze het hem vertellen? (midden)
    Ze vertelt het hem morgen in de pauze (eind)

Slide 30 - Tekstslide

Onderwerp
Kies een onderwerp waar je veel mee kan. Bijvoorbeeld een misverstand, maatschappelijk probleem of een bepaalde gedachte. Op die manier voorkom je dat je na 5 zinnen vastloopt. Blijf ook de opbouw in de gaten houden.

Hoe begin ik en waar wil ik naartoe? Vervolgens bepaal je de vorm. Hoe ga je de monoloog doen? Praat je in jezelf (een gedachte), praat je tegen een (onzichtbaar) persoon of tegen een publiek? Alle manieren zijn mogelijk zolang het maar past in je monoloog

Slide 31 - Tekstslide

Voorbeeld: Monoloog 


Het is verraad
Van het meest ernstige soort
Je laat ons in de steek
Dat hadden we toch gezworen
Dat we voor altijd samen zouden zijn
 Dat we elkaar altijd zouden beschermen
Dat was toch wat we nodig hadden
Bescherming
 Omdat de wereld zo zonder genade is


Zo wreed
 Zo harteloos
Zo medogenloos
Zo zo zo
Daarom kozen wij voor elkaar 
Toch? Dat is toch zo?
Is dat nu opeens allemaal veranderd?
Is het gevaar geweken
Plotsklaps 
Nou goed
 Best 
Je gaat maar 
Je doet maar 
Ik wens je sterkte en geluk 

Slide 32 - Tekstslide

Opdracht 6: begin schrijven monoloog
Begin met het schrijven van een monoloog, geïnspireerd door vandaag geschreven teksten en/of verzamelde inspiratiebronnen. 
 
Kies bijvoorbeeld een thema, een situatie, een bepaald beeld of één van de personages/acteurs uit de voorstelling als inspiratie. Wees origineel.

Slide 33 - Tekstslide

Online les  
  • Vanaf deze week alle lessen online
  • Wat verwacht ik van jullie? Zelfstandig werken aan opdrachten en eigen monoloog

Aan het einde van de les: stuur gemaakte opdrachten (via ELO berichten of Teams chat) naar docent. Maak foto als je het hebt opgeschreven of stuur word document.

Slide 34 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de schrijfoefeningen (opdr. 3 + opdr. 4) af
Schrijf verder aan je monoloog

Slide 35 - Tekstslide

Volgende les
Spelgegevens/ 5 W's in monoloog
Conflict en spanningsboog

Slide 36 - Tekstslide