4.1 en voorkennis

H4 Gelijkvormigheid
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H4 Gelijkvormigheid

Slide 1 - Tekstslide

H4 Gelijkvormigheid
gelijke vormen, gelijke verhoudingen

Vergrotingen

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Aan het eind van deze les ..


.. hoe je de factor bij een vergroting berekent.


Slide 3 - Tekstslide

4.1  Vergrotingen
Is een factor (k) kleiner dan 1,
dan is het een verkleining.

Is een factor (k) groter dan 1,
dan is het een vergroting.

Lengte Beeld = factor x lengte Origineel
Het boek heeft het altijd over een vergroting! Ook al is het een verkleining!

Slide 4 - Tekstslide

9.
Welke zijden gebruik je om
de factor te berekenen?
A
TR en TU
B
RU en PQ
C
TU en SQ
D
TR en SP

Slide 5 - Quizvraag

De berekening om de factor
bij de vergroting hiernaast is:
A
1,2 x 3 = 3,6 Dus de factor is 3,6
B
1,2 : 3 = 0,4 Dus de factor is 0,4
C
3 : 1,2 = 2,5 Dus de factor is 2,5
D
1,2 x 2,5 = 3 Dus de factor is 2,5

Slide 6 - Quizvraag

Met welke twee zijden kun je de factor berekenen?
A
KL en LM
B
KL en KP
C
KM en KQ
D
KM en QK

Slide 7 - Quizvraag

Welke berekening gebruik je om de
factor voor de vergroting hiernaast
uit te rekenen?
A
3 x 2 = 6 Dus de factor is 2
B
3 : 2 = 1,5 Dus de factor is 1,5
C
6 : 3 = 2 Dus de factor is 2
D
2 : 3 = 0,667 Dus de factor is 0,667

Slide 8 - Quizvraag

Met welke berekening rekenen we de factor uit van B naar C?
Kies alle mogelijke opties.
A
63 : 48 = 1,3125
B
73,5 : 56 = 1,3125
C
48 x 63 = 3024
D
er is geen factor.

Slide 9 - Quizvraag

De factor van ABC naar KLM is 3. Welke berekeningen zijn correct? Kies alle mogelijkheden.
A
36 : 12 = 3
B
5 x 3 = 15
C
12 x 3 = 36
D
39 : 13 = 3

Slide 10 - Quizvraag

De factor is 4,5 : 6 = 0,75
(figuur wordt kleiner, dus factor is tussen 0 en 1).
Welke berekening gebruik je om zijde FG te berekenen?
A
Zijde KL x factor = zijde FG 8,7 x 0,75 = 6,525 Dus zijde FG is 6,53
B
Zijde ML x factor = zijde FG 6 x 0,75 = 4,5 Dus zijde FG is 4,5
C
Zijde HF x zijde HG = zijde FG 5,4 x 4,5 = 24,3 Dus FG is 24,3
D
Zijde HF - zijde HG = zijde FG 5,4 - 4,5 = 0,9 Dus FG is 0,9

Slide 11 - Quizvraag

De factor is 4,5 : 6 = 0,75
(figuur wordt kleiner, dus factor is tussen o en 1).
Welke berekening gebruik je om zijde KM te berekenen?
A
5,4 x 0,75 = 4,05
B
6 x 0,75 = 4,5
C
5,4 : 0,75 = 7,2
D
5,4 - 4,5 = 0,9

Slide 12 - Quizvraag


Sarah maakt een vergroting van een foto van de grachten in Amsterdam. De foto is 15 cm breed en 20 cm hoog. 
De kopieermachine staat ingesteld op 150%. 
Hoeveel cm2 is de oppervlakte van de kopie?
A
300
B
450
C
600
D
675

Slide 13 - Quizvraag

Bernie zegt: "Om de factor te berekenen deel je altijd de grote afmeting door de kleine afmeting."
Sanders zegt: "Dat hangt er van af. Als je van klein naar groot gaat wel. Als je van groot naar klein gaat, dan deel je de grote afmeting door de kleine."
Wie heeft er gelijk?
A
Bernie: gelijk Sanders: gelijk
B
Bernie: ongelijk Sanders: gelijk
C
Bernie: gelijk Sanders: ongelijk
D
Bernie: ongelijk Sanders: ongelijk

Slide 14 - Quizvraag