In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WI 1HV P3 Hoofdstuk 4 Gelijkvormigheid
WI 2HV H4 W2.L1
§4.2 Rekenen met de factor
Slide 1 - Tekstslide
Terugblikken op §4.1
Slide 2 - Tekstslide
Terugblikken op §4.1
Slide 3 - Tekstslide
Maak de zin af: "De factor is een ....(a).... waar je mee ....(b)...."
A
a: getal
b: deelt
B
a: deling
b: optelt
C
a: deelsom
b: dingen doet
D
a: getal
b: vermenigvuldigt
Slide 4 - Quizvraag
Met welke berekening rekenen we de factor uit van B naar C? Kies alle mogelijke opties.
A
63 : 48 = 1,3125
B
73,5 : 56 = 1,3125
C
48 x 63 = 3024
D
er is geen factor.
Slide 5 - Quizvraag
De factor van ABC naar KLM is 3. Welke berekeningen zijn correct? Kies alle mogelijkheden.
A
36 : 12 = 3
B
5 x 3 = 15
C
12 x 3 = 36
D
39 : 13 = 3
Slide 6 - Quizvraag
Bekijk de animatie bij §4.2
Ga naar de online methode
Ga naar Hoofdstuk 4.
Klik op 'Animaties'
Bestudeer de uitlegfilm bij §4.2
Maak de volgende slides over de theorie van §4.2 en de uitlegfilm.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe bereken je de lengte van een zijde bij een vergroting?
Slide 8 - Tekstslide
Hoe bereken je de lengte van een zijde bij een vergroting?
Let op: Ook al wordt de figuur kleiner, toch spreken we nog steeds van een vergroting!!!
De factor is is bij een kleiner wordende figuur een getal tussen 0 en 1.
De volgende slides gaan over deze vaardigheid.
Slide 9 - Tekstslide
Welke zijdes van de grote driehoek KLM horen bij de zijdes van de kleine driehoek FGH?
A
LM en GF
KL en FG
KM en FH
B
LM en GH
KL en FH
KM en FG
C
LM en FH
KL en FG
KM en GH
D
LM en GH
KL en FG
KM en FH
Slide 10 - Quizvraag
LM hoort dus bij GH.
Reken de factor uit bij de vergroting van KLM naar FGH. Lees de vraag goed door.....
A
De factor is:
6 : 4,5 = 1,333
B
De factor is:
5,4 : 8,7 = 0,62
C
De factor is:
4,5 : 6 = 0,75
D
De factor is:
5,4 : 6 = 0,9
Slide 11 - Quizvraag
De factor is 4,5 : 6 = 0,75 (figuur wordt kleiner, dus factor is tussen o en 1). Welke berekening gebruik je om zijde FG te berekenen?
A
Zijde KL x factor = zijde FG
8,7 x 0,75 = 6,525
Dus zijde FG is 6,53
B
Zijde ML x factor = zijde FG
6 x 0,75 = 4,5
Dus zijde FG is 4,5
C
Zijde HF x zijde HG = zijde FG
5,4 x 4,5 = 24,3
Dus FG is 24,3
D
Zijde HF - zijde HG = zijde FG
5,4 - 4,5 = 0,9
Dus FG is 0,9
Slide 12 - Quizvraag
Meer uitleg nodig? Bestudeer dan de film hieronder.
Niet de meest nieuwe film (2013!!), maar nog steeds goed!
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
§4.3 Gelijkvormige figuren
Ik kan met behulp van een verhoudingstabel, overeenkomstige hoeken en overeekomstige zijdes bepalen of twee figuren gelijkvormig zijn of niet.
Slide 14 - Tekstslide
Onthoud!!!
Slide 15 - Tekstslide
Uitlegvideo: Gelijkvormige figuren
Ga naar de online omgeving.
Ga naar H4
Klik op animaties.
Bestudeer de video bij §4.3
Slide 16 - Tekstslide
Uitgebreidere uitlegvideo: Gelijkvormige figuren
Bestudeer deze video als je er niet uit komt bij de vragen.
Slide 17 - Tekstslide
Theorie §4.3
Slide 18 - Tekstslide
Theorie §4.3
Slide 19 - Tekstslide
Leg in eigen woorden uit wat er wordt verstaan met "Overeenkomstige hoeken". Gebruik bijv. de figuur in de vorige slide.
Slide 20 - Open vraag
Leg in eigen woorden uit wat er wordt verstaan met "Overeenkomstige zijden" Gebruik bijv. de figuur twee slides terug.
Slide 21 - Open vraag
Maak het rijtje van van overeenkomstige hoeken: A = E .... .... ....
A
B=H
C=F
D=G
B
B=F
C=H
D=G
C
B=H
C=F
D=G
D
B=F
C=G
D=H
Slide 22 - Quizvraag
Driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek ADE.
Welke beweringen over de zijdes zijn waar?
A
Driehoek ABC is gelijkvormig met
B
AB=AD
AC=AE
CD=ED
C
AB=BD
AC=AE
CD=ED
D
AB=BD
AC=CE
CD=ED
Slide 23 - Quizvraag
Maak een tabel van overeenkomstige zijdes bij het figuur hiernaast zoals bij stap 2 in het voorbeeld op blz. 129. Maak een foto en lever in bij deze vraag. De tabel is ook te vinden in slide 19.
Slide 24 - Open vraag
Driehoek ABC is gelijkvormig met driehoek AED. Bereken lengte AE m.b.v. de vergrotingsfactor.