toekomstkunde biodiversiteit

Toekomstkunde
Biodiversiteit = de verschillen in de natuur.


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Toekomstkunde
Biodiversiteit = de verschillen in de natuur.


Slide 1 - Tekstslide

Zonder balans in de natuur zouden veel soorten niet overleven. Deze nieuwe les gaat over die balans en de verschillen van de natuur. 
Hoe belangrijk is die balans voor al het leven en voor het leven van mensen?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

WAT IS BIODIVERSITEIT?
Bio betekent leven. En diversiteit betekent afwisseling of verschil. Maakt dat het al wat duidelijker? Met het woord biodiversiteit worden alle verschillende vormen van leven op aarde bedoeld.

Stel je eens een wereld voor vol met alleen maar dikke bromvliegen of palmbomen… dat zou toch niet werken?! Soorten hebben elkaar nodig om te overleven.

Voor mensen is biodiversiteit erg belangrijk. We hebben grote bossen met verschillende bomen nodig om de lucht schoon te houden en voor zuurstof. En ook hebben we dieren nodig omdat ze ons helpen bij het maken van voedsel. Van dieren die onze gewassen bestuiven tot piepkleine zeediertjes onderaan in de voedselketen.

Maar met de biodiversiteit gaat het steeds slechter. Mensen halen te veel uit de natuur. We kappen bos en daarmee wordt het leefgebied van dieren kleiner. En we vangen soms zoveel vis dat er van sommige soorten bijna niks meer over is.

Gelukkig kunnen veel soorten dieren en planten zich goed aanpassen en kunnen ze wel tegen een stootje. Maar dat aanpassen kan niet voor altijd zo doorgaan. Sommige soorten zijn al uitgestorven en steeds meer dieren worden bedreigd. Vergelijk het met een houten blokkentoren. Als je er telkens één blokje uittrekt, kan de toren wel blijven staan. Maar één blokje te veel en... boem! De toren stort in en het evenwicht is weg. Daarom moeten we goed voor de natuur zorgen en alle miljoenen soorten dieren en planten waarderen en beschermen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat hebben ze nodig? 
In de natuur draait het om overleven. Weet jij wat
deze dieren nodig hebben om te overleven? Schrijf het
eromheen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Woordweb

Er zijn bijna twee miljoen
soorten planten en dieren op
aarde. Onderzoekers denken
dat er miljoenen soorten nog
niet ontdekt zijn.
Weetjes
Ook zullen er soorten zijn die
nog niet ontdekt zijn.
In januari van 2021 is een
mini-kameleon ontdekt
die net iets groter is dan
1 centimeter. Hij werd
gevonden op het eiland
Madagaskar.
Rond het jaar 1753 zijn
mensen begonnen om alles
wat leeft te beschrijven en
bij te houden.
Onderzoekers ontdekken
ieder jaar nog nieuwe dieren
en planten.

Slide 9 - Tekstslide

Je ziet hier de voedselketen van de zeehond.
Bekijk het goed en geef antwoord op de vragen.
De voedselketen begint bij krill, deze beestjes worden gegeten door haring. Op zijn beurt wordt de haring weer gegeten door de kabeljauw. En dan eet de zeehond de kabeljauw. De zeehond staat aan het einde van de voedselketen.

Slide 10 - Tekstslide

Stel, er zijn geen zeehonden meer.
Wat gebeurt er dan?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Op onderzoek
De natuur zit vol verborgen schatten. 
En mensen hebben nog
lang niet alle soorten dieren en planten ontdekt.

Slide 13 - Tekstslide

Jij wordt gevraagd om onderzoek te doen naar de biodiversiteit (verschillen in de natuur) op een onbewoond eiland. 
Het is er warm en vochtig, zoals in het regenwoud. 
Mensen zijn er nog nooit geweest. 

Wat voor
ontdekkingen ga jij daar doen?

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Pak 1 vel papier.
Vouw deze één keer dubbel.
Verzin een naam voor je eiland en schrijf dit mooi op de voorkant. Later kun je de voorkant verder versieren.

Slide 15 - Tekstslide

Vervolg
Verzin nu 1 nieuwe plant en 1 nieuw dier die je ontdekt hebt.
Teken de plant op de eerste bladzijde.
Teken het dier op de tweede bladzijde.
Schrijf er bij allebei weetjes omheen.
Versier nu de voorkant verder.

Slide 16 - Tekstslide

Klaar!
Je hebt nu je eigen eilandboekje gemaakt!

Slide 17 - Tekstslide