Herhaling voor vakantie

Natuurkunde H3
Ga alvast zitten, 
pak je boek, schrift en etui erbij, 
de les begint zo.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Natuurkunde H3
Ga alvast zitten, 
pak je boek, schrift en etui erbij, 
de les begint zo.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
- Examenopgave elektriciteit en energie
-  Quizz elektriciteit
-  Gemengde opgaven Hst 3 & 5
-nabespreken examenopgave

Slide 2 - Tekstslide

Examenopgave
5 tot 10.
Probeer eruit te komen!
We bespreken hem aan het einde van de les gedeeltelijk na.

Klaar? Gemengde opgaven van hoofdstuk 3 en 5

Slide 3 - Tekstslide

Elektriciteit quiz
In totaal 22 vragen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de eenheid van de weerstand?
A
Volt
B
Ohm
C
Ampère
D
Watt

Slide 5 - Quizvraag

Hoe schakel je een ampèremeter?
A
Serie
B
parallel

Slide 6 - Quizvraag

Sleep je elementen naar de juiste begrippen.
Serieschakeling
Parallelschakeling
Spanning is gelijk
Spanning wordt verdeeld

Slide 7 - Sleepvraag

Loopt er een elektrische stroom door een open schakeling?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Meet de spanning bij het eerste lampje.
V
A

Slide 9 - Sleepvraag

Meet de stroomsterkte bij het tweede lampje.
V
A

Slide 10 - Sleepvraag

Is dit een goede schakeling, en waarom?

Slide 11 - Open vraag

Spanning is een...
A
Grootheid
B
Eenheid

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de weerstand van een boormachine met een spanning van 230V en een stroomsterkte van 3,9A?

Slide 13 - Open vraag

In een parallelschakeling is de spanning?
A
Gelijk
B
Verdeeld

Slide 14 - Quizvraag

Voor een serie schakeling geldt:
A
Itot=I1=I2=....
B
Itot=I1+I2+...
C
Utot=U1+U2+....
D
Utot=U1=U2=...

Slide 15 - Quizvraag

In deze schakeling hebben de drie
lampjes een even grote weerstand.

De spanning die de Voltmeter meet is:
A
3 V
B
4 V
C
6 V
D
12 V

Slide 16 - Quizvraag

Alle lampjes hebben dezelfde
weerstand.

De stroom is het grootst in
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quizvraag

Twee lampjes branden. Als de
schakelaar S dichtgaat, gaat het
derde lampje branden.
De eerste twee lampjes
A
blijven dan even hard branden.
B
gaan dan zachter branden.
C
gaan dan uit.
D
branden half zo hard als het derde lampje.

Slide 18 - Quizvraag

Meter A meet 0,12 A.
Lampje 2 komt er bij.

Lampje 1 ...
A
blijft even hard branden, de stroom blijft gelijk
B
blijft even hard branden, de stroom wordt groter
C
gaat zachter branden, de stroom blijft gelijk
D
gaat zachter branden, de stroom wordt kleiner

Slide 19 - Quizvraag

De spanning over de weerstand
van 100 Ω is


A
3,33 V
B
5 V
C
6,67 V
D
10 V

Slide 20 - Quizvraag

reken om: 23 mA=.... A
A
2300A
B
0,23A
C
0,023
D
2,3A

Slide 21 - Quizvraag

R = U/I dus I = U/R

De stroom door de weerstand
van 100 Ω is


A
0,10 A
B
0,15 A
C
0,20 A
D
0,30 A

Slide 22 - Quizvraag

ik zet 4 batterijen van 1,5 Volt in serie. Wat is de totale spanning
van de 4 batterijen
A
1,5 V
B
5,0625 V
C
6 V
D
5,5 V

Slide 23 - Quizvraag

Stroom
Spanning
Weerstand
Grootheid
Eenheid
U
I
Ω
V
R
A

Slide 24 - Sleepvraag

Wat is de vervangingsweerstand
als elke weerstand 20 Ohm is?

Slide 25 - Open vraag

Beide lampen krijgen 3V, wat is U tot?

Slide 26 - Open vraag

reken om 0,0015A=....mA
A
1500
B
1,5
C
15
D
150

Slide 27 - Quizvraag