In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
- samengestelde woorden
Samenstelling zijn twee woorden die SAMEN één woord worden
vb. bureau + tafel = bureautafel
boeken + plank = boekenplank
Bijvoorbeeld:
her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken
mis + dragen = misdragen
non + fictie = nonfictie
ex + vriend = exvriend
on + zeker = onzeker