Brugklas Taal 2


Letterlijk en figuurlijk taalgebruik



1B
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Letterlijk en figuurlijk taalgebruik



1B

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk vs figuurlijk

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Veronique draagt een prachtige gouden ring.
//
Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding. 
Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het vervelende kind schopt het andere kind tegen zijn kont. 
De mentor zegt: ‘Die leerling heeft een schop onder zijn kont nodig.’ 
Letterlijk
Figuurlijk

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Letterlijk taalgebruik
Figuurlijk taalgebruik
Je moet geen oude koeien uit de sloot halen.
De brandweer haalde de oude te water geraakte koe uit de sloot.

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederlands heeft veel spreekwoorden en gezegdes

Welke herken je in het filmpje dat zo volgt?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitdrukkingen heb je gehoord in het filmpje?

Slide 8 - Open vraag

Zo fris als een hoentje
De dag ging in vogelvlucht voorbij
Ik voelde me kiplekker
Ik was vroeg uit de veren
Ik ging fluitend naar mijn werk
De mussen vielen van het dak
Een uiltje knappen
De geluksvogel


Welke uitdrukking komt op de lege plek?

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitdrukking hoort op de puntjes?

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beeldtaal
1B

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldtaal

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

= taal in beelden.

  • Het helpt ons om snel te kunnen zien wat de bedoeling is.

  • Wat is het verschil tussen een pictogram en een emoji?
Beeldtaal

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk verkeersbord bevat geen beeldtaal?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een pictogram is een plaatje of symbool dat een tekst vervangt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de bibliotheek vind je deze pictogrammen op spannende boeken. Welk pictogram hoort bij juiste genre?
griezel
thriller
avontuur
detective

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een emoji is een plaatje dat je bijvoorbeeld in een appje gebruikt om iets duidelijk te maken

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is beeldtaal?
A
Een communicatiemiddel
B
Iets uitbeelden
C
Een taal zonder woorden
D
Wat je op de tv, de computer of je mobiel ziet

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is géén beeldtaal?
A
het alfabet
B
grottekeningen
C
verkeersborden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een pictogram?
A
Genre dat zich afspeelt in de toekomst
B
Gedachten en gevoelens
C
Eenvoudig plaatje om iets aan te geven
D
Dagboek

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kom je dit pictogram tegen?
A
In het verkeer
B
In een gebouw
C
Op de computer

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
1B

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie, wat is dat?



en hoe ga je ermee om?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dislektsy

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie
  • Dyslexie betekent letterlijk 'beperkt lezen'
  • Moeite met het verbinden van een letter met een klank of met de volgorde van klanken in een woord
  • Dyslexie is erfelijk
  • Het komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes 
  • Dyslexie wordt vaak duidelijk vanaf 7 jaar

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie; wat nu?
Je hebt moeite met lezen.
Of met spellen.
Of met allebei. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dyslexie kan erfelijk zijn.

A
niet waar
B
waar

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kan een blind persoon ook dyslexie hebben?
A
ja
B
nee

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je veel leest, kan je dyslexie minder erg worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij dyslexie heb je moeite met:
A
technisch lezen en begrijpend lezen
B
spellen en begrijpend lezen
C
spellen en technisch lezen
D
lezen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bekende personen hebben/hadden ook dyslexie?
A
Jacques Vriens
B
Albert Einstein
C
Napoleon
D
Pablo Picasso

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mensen met dyslexie zijn vaak niet creatief.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies