Welke verdeling in zinsdelen is juist?
A In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom snoeien.
B In mijn achtertuin / moest / ik van mijn tuinman / de appelboom / snoeien.
C In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom snoeien.
D In mijn achtertuin / moest / ik / van mijn tuinman / de appelboom / snoeien.