het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd wordt in een standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties reguleren.
Slide 5 - Tekstslide
Institutionalisering ahv kiesrecht
Gelijkheid tussen man en vrouw was niet vanzelfsprekend begin 20e eeuw.
Suze Groeneweg eerste vrouw in de kamer, in 1917.
1917 Passief Kiesrecht vrouwen
1919 Actief kiesrecht vrouwen.
Slide 6 - Tekstslide
De waarde gelijkheid tussen man en vrouw en de daarbij horende geformaliseerde regels rondom het kiesrecht werd vastgelegd in standaard gedragspatronen. Vrouwen mogen gebruik maken van hun kiesrecht en zo werd gedrag van mensen gereguleerd.
Slide 7 - Tekstslide
Binnen verzuiling is institutionalisering ook te zien: mensen leven hun leven binnen eigen zuil. Niet trouwen buiten zuil, is voorbeeld van institutie.
Slide 8 - Tekstslide
Context: het gezin.
Tijdens verzuiling speelde maatschappelijk middenveld en gezin belangrijke rol in socialisatie. Weinig overheidsbemoeienis.
Tot jaren '60 had NL een kostwinnaarsgezin. Man verdient de kost (geld) voor het gezin. <- Grote machtsafstand. Vrouw onder gezag van de man.
Slide 9 - Tekstslide
Context: het gezin.
Kinderen en vrouw hebben weinig te zeggen, man alles. Daarom ook vaak bevelshuishouding genoemd.
Bestaat binnen subculturen nog steeds.
Slide 10 - Tekstslide
Nu:
Onder de 5.0: maak Tekstverkenners (1-8) en opdracht 3
Tussen 5.0 en 6.5: maak opdracht 3
Boven 6,5: huiswerk is facultatief.
Nakijken is onderdeel van huiswerk maken!!
Slide 11 - Tekstslide
Na WOII ontstond een samenleving waarbij mensen meer verantwoordelijkheid voor elkaars welzijn gingen dragen, via de overheid: uitbouw verzorgingsstaat.
Tegelijkertijd start individualisme: niet meer met elkaar voor gezin zorgen.
Slide 12 - Tekstslide
Voor- en nadelen institutionalisering
Voordelen: maakt gedrag voorspelbaar, ook van onbekenden. Waarden zijn terug te zien in handelingen van mensen
Nadelen: Regels om de regels worden bedacht, waarbij je kunt aanklagen als het niet vastgelegd is, of niet menselijk kunt handelen in uitzondering.
Slide 13 - Tekstslide
Nu:
Onder de 5.0: maak Tekstverkenners (1-8) en opdracht 3 & (4 of 5)