Aanwijzende voornaamwoorden

• Alfabetisering NT2
• Speciaal Onderwijs
• Leerroute 1

Woordsoorten

Waarom is dit ook alweer belangrijk? 

Lesdoelen

De leerling kent minimaal 4 verschillende woordsoorten en kan bij deze woordsoorten een eigen voorbeeld benoemen. (herhaling)

De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat een aanwijzend voornaamwoord is. (nieuw)

De leerling kan de regels van het aanwijzende voornaamwoord correct gebruiken. (nieuw)

Opdracht 1: herhaling

• 7 woordsoorten
• Schrijf op een papier wat je nog weet van deze 7 en probeer minimaal 1 voorbeeld te geven.
• 5 minuten individueel
  
• 5 minuten overleg
• Bespreken en kijken of lesdoel 1 behaald is...

1. Werkwoord

2. Lidwoord

3. Zelfstandig naamwoord

4. Bijvoeglijk naamwoord

5. Bezittelijk voornaamwoord

6. Persoonlijk voornaamwoord

7. Voorzetsel

Antwoorden

1. Werkwoord

2. Lidwoord

3. Zelfstandig naamwoord

4. Bijvoeglijk naamwoord

5. Bezittelijk voornaamwoord

6. Persoonlijk voornaamwoord

7. Voorzetsel

Lesdoel 1

De leerling kent minimaal 4 verschillende woordsoorten en kan bij deze woordsoorten een eigen voorbeeld benoemen. (herhaling)

Wat zie je?

Aanwijzend voornaamwoorden

Gebruik je om zelfstandige naamwoorden aan te wijzen.

 

Aanwijzend voornaamwoord

Stap 1: Wat is het lidwoord?

Stap 2: Is het dichtbij of ver weg?

	dichtbij	ver weg
de-woord	deze	die
het-woord	dit	dat

Lesdoel 2

De leerling kan in eigen woorden uitleggen wat een aanwijzend voornaamwoord is. (nieuw)

Oefenen

Pak het Klare Taal boek en maak de oefeningen op blz. 49.

Tip: Weet je niet wat het lidwoord is? Kijk op muiswerk woordenboek.

Lesdoel 3: De leerling kan de regels van het aanwijzende voornaamwoord correct gebruiken. (nieuw)

Deze of dit?

Deze --> Ga staan!                          Dit --> Blijf zitten!