Oplossingsgericht werken

Begeleiden en ondersteunen B
Oplossingsgericht werken
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GgzMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden en ondersteunen B
Oplossingsgericht werken

Slide 1 - Tekstslide

If the client says he has a problem, he has a problem
If the client says he doesn’t have a problem, he doesn’t have a problem

Steve de Shazer

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je beschrijft de methodiek oplossingsgericht werken.
  • Je oefent met de methodiek oplossingsgericht werken.
  • Je benoemt hoe je deze methodiek kunt toepassen in jouw werkveld.
  • Je toetst deze methodiek aan de visie van jouw instelling of die van een GGZ instelling.  

Slide 3 - Tekstslide

Oefenen
Voldoening schenkend moment

  • Ga uiteen in tweetallen.
  • Vertel elkaar over een voldoening schenkend moment op je werk in de afgelopen weken (sprankelend moment).
  • Degene die luistert naar het verhaal moedigt aan en vraagt door tot hij/zij de situatie voor zich ziet. Schrijf na afloop op een post-it wat voldoening gaf.
  • Neem circa 2 min. per persoon.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Oplossingsgericht coachen
Uitgangspunten: 
  • Het is niet nodig om het probleem te analyseren om tot een oplossing te komen. 
  • De cliënt is de expert en bepaald de doelen.
  • Verandering is onvermijdelijk, niet of, maar wanneer.
  • Een kleine verandering is genoeg om meer in gang te zetten.
  • De meeste mensen hebben al hulpbronnen die nodig zijn om te veranderen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is anders?
Oplossingsgericht werken is niet defectgericht maar succesgericht

Oplossingsgericht werken is er niet op gericht om het negatieve te bestrijden maar om het positieve te versterken

Oplossingsgericht werken gaat ervan uit dat de coacheé zelf in staat is tot doelen stellen en zelf beschikt over hulpbronnen en competenties om doelen te bereiken. 

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijkste stelregels
  • Wat niet stuk is, moet je niet maken; koester wat goed gaat.
  • Als iets werkt: ga ermee door.
  • Als iets beter werkt: doe er dan meer van.
  • Als iets niet werkt: stop ermee en doe iets anders.  

Centrale vraag: hoe bereiken we wat we willen bereiken?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Gewenste situatie 
  • Wat wil de coacheé bereiken?
  • Veranderbehoefte van de coacheé: wat wil de coacheé veranderd zien?
  • Coach staat stil hoe de gewenste situatie eruit zal zien, hoe de coacheé in deze situatie zich zou kunnen gedragen.
  • Platformvraag: hoe ver is de coacheé op weg naar de gewenstie situatie?
  • Men gebruikt vaak een schaal hierbij --> coacheé moet aangeven waar hij/ zij bevindt op schaal van 1 tot 10.

Slide 11 - Tekstslide

Grondhouding
  • Probleem erkennen (aansluiten) en je voorstellen dat een probleem lastig is voor de ander. 
  • Benieuwd zijn naar wat er in de plaats van het probleem zou moeten gebeuren.
  • Geïnteresseerd zijn in wat werkt.
  • Geloven dat oplossingen die door de ander worden benoemd beter werken dan oplossingen die je zelf aandraagt. 

Slide 12 - Tekstslide

Oordeel achterwege laten
  • Altijd nieuwsgierig, houding van NIET WETEN (oordelen achterwege laten);
  • Leading one step behind (vragen stellen; niet invullen);
  • Positieve vooronderstelling. 
  • Vrij van oordeel door denken en gevoel en je open stellen. 

Slide 13 - Tekstslide

Basishouding
  • Erkennend;
  • Begripvol;
  • Welwillend;
  • Geduldig;
  • Uitnodigend;
  • Aanmoedigend;
  • Activerend;
  • Waarderend;
  • Doelgericht. 

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg 5 stappen gespreksmodel
Stap 1. Verhelderen van veranderbehoefte
Stap 2. Definiëren gewenste toestand
Stap 3. Platform bepalen, gebruik schaal
Stap 4. Analyseren eerder succes/ positieve uitzonderingen
Stap 5. Stapje vooruit

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Gebruikte technieken
  • De taal/ woorden van coacheé volgen;
  • Het weglaten van eigen interpretaties;
  • Complimenteren;
  • Positief relabelen;
  • Uitzonderingen op het probleem zoeken, zien en benoemen;
  • Schaalvragen stellen;
  • Toekomstprojecties laten maken;
  • Wondervraag. 

Slide 17 - Tekstslide

Doorvragen
Wat heeft geholpen? Hoe zou de situaties eruit zien als de coacheé nog een stapje verder gaat?

Slide 18 - Tekstslide

Oplossingsgericht interview
Stel je een toekomstige klus / confrontatie / gesprek waar
je tegenop ziet voor. Vertel daar heel kort iets over.

Ga in gesprek met elkaar met behulp van de vragen die horen bij oplossingsgericht interviewen
Waar hoop je op (na de klus / confrontatie / gesprek)
 Als 10 is: je bent helemaal klaar voor die klus
 Als 1 is: je bent helemaal niet klaar voor die klus
Op welk cijfer zit je nu?
Wat maakt dat je (nu al) op dat cijfer zit?
Hoe ziet een cijfer hoger eruit?
Hoe kan je op een hoger cijfer uitkomen?


Slide 19 - Tekstslide

Terugblik op deze les 

Slide 20 - Tekstslide