Les 1: Hulp bieden bij mobiliteit -deel 1-

Hulp bieden bij mobiliteit
Hoofdstuk 24, blz. 278 van het blauwe boek

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hulp bieden bij mobiliteit
Hoofdstuk 24, blz. 278 van het blauwe boek

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
  • Als Helpende kom je vaak mensen tegen die last hebben van rug, benen, handen, vingers of voeten. 
  • Hierdoor kunnen ze minder goed bewegen en geven ze pijnklachten aan. 
  • In dit hoofdstuk komt de bouw van het bewegingsapparaat aan bod.

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaat het bewegingsapparaat?

Slide 4 - Open vraag

Bewegingsapparaat
Het bewegingsapparaat omvat alle botten, gewrichten, spieren en pezen.

Het skelet heeft 5 functies:
  1. Stevigheid en vorm aan het lichaam geven
  2. Bescherming van kwetsbare organen
  3. Aanhechtingsplaats voor spieren
  4. Vorming van bloedcellen en bloedplaatjes in het beenmerg
  5. Voorraadplaats voor kalk.

Slide 5 - Tekstslide

Benoem vormen van bewegen.

Slide 6 - Woordweb

Weefsel
  • Het skelet bestaat voor het grootste deel uit been en botweefsel.
  • Weefsel is hard, stevig en sterk.
  • Je kunt niet buigen, samendrukken of uitrekken.

Slide 7 - Tekstslide

Kraakbeen weefsel
  • Het lichaam bevat ook kraakbeenweefsel.
  • Kraakbeenweefsel kan wel vervormd en samengedrukt worden.
  • Kraakbeenweefsel vindt je b.v. bij je neus en oorschelp.
  • Je vindt het ook waar de ribben aan het borstbeen vast zitten.

Slide 8 - Tekstslide

Benoem 3 functies van het skelet.

Slide 9 - Open vraag

Waaruit bestaat het grootste deel van het skelet?
A
beenweefsel
B
botweefsel
C
been en botweefsel
D
spieren

Slide 10 - Quizvraag

Gewrichten
  • Gewrichten spelen een belangrijke rol bij het bewegen, denk aan het bewegen van je handen, armen, benen, pols
  • Een gewricht moet kunnen draaien, buigen en gewicht dragen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Gewrichten
  • Scharniergewrichten: in de knieën, ellebogen en vingers
  • Rolgewricht: tussen de ellepijp en het spaakbeen
  • Zadelgewricht: aan de basis van de duimen
  • Kogelgewrichten: voor de beweging van de heup en de schouder

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Een gewricht bestaat uit 2 delen:
  • de gewrichtskom en de gewrichtskop.

Aan de buitenzijde van een gewricht zitten de gewrichtsbanden.

Slide 15 - Tekstslide

Welke van onderstaande gewrichten is een kogelgewricht?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Gewrichtsbanden
Taken:
  • versterken het gewricht
  • beschermen het gewricht
  • houden het gewricht in evenwicht

Slide 17 - Tekstslide

Benoem 4 soorten
gewrichten.

Slide 18 - Woordweb

Elk gewricht bestaat uit 2 delen.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Benoem 2 taken van de gewrichtsbanden die aan de buitenzijde van een gewricht zitten.

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
1) Werkboek blz. 366-368 (t/m opdracht 4).

2) Ga op zoek naar 5 hulpmiddelen bij een mobiliteitsprobleem
  • Beschrijf wat het is en waar ze voor zijn.
  • Beschrijf hoe je uitleg geeft aan een cliënt over het hulpmiddel.
            - Hoe moet het gebruikt worden?
            - Waar moet de cliënt op letten bij                              gebruik?
Maak hier een verslag van.

Slide 21 - Tekstslide