In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Om iemand te kunnen ondersteunen bij het bewegen is het belangrijk dat je weet hoe het bewegingsapparaat werkt.
Zorgen ersamen voor dat je kan bewegen.
Je botten (206) vormen samenhet skelet of geraamte
Weefsel
Het skelet bestaat uit been of botweefsel
Been of botweefsel = erg hard, stevig sterk en niet buigzaam.
Het lichaam bevat ook Kraakbeenweefsel= kan worden vervormd en worden samengedrukt.
Spelen een belangrijke rol bij het bewegen
Een gewricht moet kunnen draaien, buigen en gewicht dragen.
Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht
Zadelgewricht
De bouw van een gewicht
Kop en kom
Bedekt met kraakbeen
Gewrichtsholte met gewrichtsmeer
Stroperige vloeistof om het kraakbeen soepel te houden
Gewrichtskapsel= een vlies
Bedekt en beschermd
Gewrichtsbanden
Versterking
Maak de stencil opdracht --> het skelet
Lees hoofdstuk 24.2 t/m gewrichten (blz. 279 t/m 281)
en maak opdracht 1 t/m 4 uit het werkboek (blz 366)
10 minuutjes pauzeren
Nabespreken