gezichtsuitdrukkingen: blozen, wenkbrauwen frosen, lachen, glimlachen
Lichaamshouding: de manier waarop je zit of staat. Je houding is direct zichtbaar.
Gebaren: handgebaren versterken een gesprek, te veel gebaren leidt af
Oogcontact: iemand aankijken, zodat de boodschap beter overkomt. Niet aankijken betekent vaak: iets verbergen, onzeker zijn, onbetrouwbaar zijn