Engels recap Chapter 9

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Recap Chapter 9
Make: Oefentoets Chapter 9  and let's see what your score is!


Slide 2 - Tekstslide

Recap Chapter 9
Vocabulary: digital book pages 67+68->Ned-En
Grammar: online Powerpoints Questions, Genitive, 
Prepositions, Negations

Slide 3 - Tekstslide

How can you turn these sentences into questions ?
For example:
1.Susan works in London.
2. My brother can help you tomorrow.

Slide 4 - Open vraag

Which Genitive: 's/s'/of is correct?
1. Todays/Today's paper has never been delivered.
2. This is my sisters/sisters' apartment.
3. London is the capital city 's Engeland /city of England.

Slide 5 - Open vraag

Choose the correct Prepositions in these sentences ?
1.They live at/in Amsterdam.
2.He plays football for/on Friday.
3. Sorry to disturb you in/at the weekend.

Slide 6 - Open vraag

Turn these sentences into negations ?
1. I know where he works.
2. Leon was at the party last week.
3.You should help him.

Slide 7 - Open vraag

Chapter 9 : Make the practice test(oefentoets)now!

Check Powerpoint Chapter 9.2

Slide 8 - Tekstslide

Next week:
Knowledge test Chapter 9
Vocabulary: pages 67+68 Ned-En
Grammar: Questions, Genitive, Prepositions, Negations

Slide 9 - Tekstslide

Have a nice day !

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

FUTURE: optie 1
1. Present con­tinu­ous: iets is afge­sproken, ge­p­land of gere­geld – het ge­beurt binnen­kort op een afge­sproken tijd­stip.

Bijvoorbeeld:
I am start­ing my new job next week.
The rugby team is play­ing in the semi-fi­nal next week.


Slide 13 - Tekstslide

FUTURE: optie 2
2. am/is/are + go­ing to + het hele werkwoord: 
Iemand is iets van plan, of je doet een voor­spelling waar­voor je be­wijs hebt.

Bijvoorbeeld:
Ac­cord­ing to the weath­er fore­cast, it’s go­ing to be a sunny day. 
(voor­spelling met be­wijs).
The Prime Min­is­ter is go­ing to dis­cuss the is­sue at the next meet­ing. (plan)

Slide 14 - Tekstslide

FUTURE: optie 3
3. shall of will + het hele werkwoord:

be­loft­es, aankondi­gin­gen en be­sluiten
voor­spellin­gen waar je geen be­wijs voor hebt
Bij I en we in bevesti­gende en ontkennende zinnen mag je shall en will beide gebruiken.
Bij I en we moet je shall gebruiken wan­neer je een vraag stelt (je doet een aan­bod of voor­stel).
The Queen will ad­dress the na­tion in her Christ­mas mes­sage. (aankondi­ging)
Char­lotte is not sure they will like her pro­pos­al.
(voor­spelling zon­der be­wijs)
We will not (won’t) at­tend / shall not (shan’t) at­tend the hear­ing to­mor­row.
Shall I get you a cup of tea?
Shall we go on foot?







Slide 15 - Tekstslide