02 VWO5 Zin in zin hoofdstuk 3 les 5




Ethiek en moraal

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les




Ethiek en moraal

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk deze week
  • - Lezen pagina's 47 t/m 50 (H3)
  • - Maken: opdrachten 22 t/m 30 hoofdstuk 3

  • 3e opzet van het Essay tonen in de klas (kijk goed naar de aanwijzingen in de Essay opdracht






















Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk volgende week
- Inleveren Essay (vandaag deadline (zie PTA)



- Lezen pagina's 52 t/m 55 (H3)
- Maken: opdrachten 31 t/m 37 hoofdstuk 3





Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

bekijken 
Essay

Slide 5 - Tekstslide

Beginselethiek
  •  Ander woord beginsel--> recht of principe
  • Bij een ethisch probleem moet gekeken worden naar één of meerdere beginselen (rechten, principes)
Voorbeelden beginselethiek
recht op privacy
recht op gelijkwaardigheid
recht op leven
recht op eerbied van het leven 
recht op de waardigheid van de mens
etc.

Slide 6 - Tekstslide

Gevolgen Ethiek
Het gaat niet om het handelen zelf maar om het gevolg --> handeling mag dus goed of fout zijn --> zolang het gevolg positief is 

Twee grote stromingen zijn:
  • Hedonisme 
  • Eudemonisme 
  • Utilisme 

Slide 7 - Tekstslide

Drie ethische theorieën
Het utilisme
De plichtethiek
De deugdenethiek

Slide 8 - Tekstslide


Het Utilisme noem je ook wel                                     . De grondlegger heet                              .


Het gaat om het geluk van de                                  .                                                                                          
                                          
                                       heeft deze ethiek verder uitgebreid.  

Hij was een groot voorstander van                                                          .

Een                          is  een gedragsregel en een waarde is een                             .


Het                                              zijn de normen en waarden van een   persoon of groep.


Beschrijvende ethiek noem je ook wel                                 ethiek.

De christelijke ethiek vindt zijn basis altijd  in  de eeuwige                          .

Een                              moraal is niet mogelijk zonder God.
gevolgenethiek
meerderheid
Bentham
John Stuart Mill
vrijheid van meningsuiting
norm
ideaal
persoonlijk moraal
descriptieve
God
universeel

Slide 9 - Sleepvraag

(post)
Modern Hedonisme

Slide 10 - Tekstslide

Welk begrip hoort niet bij utilisme
A
meerderheid
B
geluk / genot
C
eigenbelang
D
Bentham

Slide 11 - Quizvraag

Plichtethiek
Utilisme
Levinas
Kant
Bentham

Slide 12 - Sleepvraag

Kant
Utilisme
Waarde van de enkeling
Nut voor zoveel mogelijk mensen
Betham
Doelethiek
plichtethiek
Rawl
Geluk
Moreel juist handelen

Slide 13 - Sleepvraag

Kant's idee van vrijheid hield in dat je ...
A
... kunt doen wat je wilt
B
... je plicht moet vervullen

Slide 14 - Quizvraag

Bij Kant gaat het vooral om:
A
verantwoordelijkheid
B
vrijheid
C
god
D
mensen

Slide 15 - Quizvraag

Kant. Welk begrip is niet van toepassing
A
Plicht
B
Immanuel
C
Verlichtingsfilosoof
D
Deugdethiek

Slide 16 - Quizvraag

Kan volgens het utilisme een 'leugentje om bestwil' toegestaan zijn?
A
Ja, zolang je door te liegen het totale nut in de wereld vergroot.
B
Nee, liegen is altijd verkeerd ook al is je motief juist.

Slide 17 - Quizvraag

Huiswerk volgende week
- Lezen pagina's 52 t/m 55 (H3)
- Maken: opdrachten 31 t/m 37 hoofdstuk 3





Slide 18 - Tekstslide