herhalen toetsstof 1.3 en 2.3

herhalen toetsstof 1.3 en 2.3
- vergelijkend en samenvattend tekstverband
-  onderwerp/hoofdgedachte
- leesstrategieën
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

herhalen toetsstof 1.3 en 2.3
- vergelijkend en samenvattend tekstverband
-  onderwerp/hoofdgedachte
- leesstrategieën

Slide 1 - Tekstslide

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN

Aan een

signaalwoord

zie je met

welk tekstverband

je te maken hebt.

Slide 3 - Tekstslide

SOORTEN TEKSTVERBANDEN


- opsommend verband

- tijdsvolgorde verband

- tegenstellend verband

- uitleggend verband

- redengevend verband

- concluderend verband

- vergelijkend verband (NIEUW)

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijkend tekstverband
Een vergelijkend verband is een vergelijking tussen zinnen of alinea' aanduidt.                                                                                                                    Signaalwoorden die zo'n verband kunnen aanduiden zijn: anders dan, vergeleken met, in tegenstelling tot, zoals, dan, als.                                                                                                                                                                                                                        Voorbeeld: "Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger."

Slide 5 - Tekstslide

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
Tijdsvolgorde
B
Opsommend
C
Tegenstellend

Slide 6 - Quizvraag

Mevrouw Verschoor geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
Tegenstellend
B
Opsomming
C
Tijdsvolgorde

Slide 7 - Quizvraag

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Opsomming
B
Samenvattend
C
Tijdsvolgorde

Slide 8 - Quizvraag

Samenvattend tekstverband

Bij een samenvattend tekstverband wordt er door de schrijver samengevat wat er eerder in de tekst geschreven is. 





Slide 9 - Tekstslide

Welke signaalwoorden zouden er passen bij een samenvattend tekstverband?

Slide 10 - Open vraag

Samenvattend tekstverband
 Signaalwoorden:
Kortom  - Om kort te gaan - Samenvattend - Al met al

Voorbeeld 1: Kortom, als je totaal buiten adem raakt moet je even een seintje geven. De coopertest kan best pittig zijn voor de eerste keer.
Voorbeeld 2: Al met al was het een leuke eerste schooldag.



Slide 11 - Tekstslide

Onderwerp en hoofdgedachte
Onderwerp van een tekst heeft maar 1 à 2 woorden nodig.

Hollandse vlinders

De hoofdgedachte beschrijft, samenvattend, wat de schrijver over dit onderwerp zegt en heeft één (soms twee) zinnen nodig.

Hollandse vlinders sterven uit door een gebrek aan nectar in de natuur.

Slide 12 - Tekstslide

De hoofdgedachte geeft antwoord op de volgende vraag:
A
Wat is het belangrijkste dat over het onderwerp wordt gezegd?
B
Wat is de mening van de schrijver?
C
Wat is de kernzin?
D
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 13 - Quizvraag

De hoofdgedachte vind je:
A
in de inleiding of de kern
B
in de inleiding of het slot
C
in de kern of het slot
D
in de laatste zin

Slide 14 - Quizvraag

Het onderwerp van een tekst
A
vind je door de hele tekst te lezen
B
geeft de mening van de schrijver weer
C
vertelt in 1 of 2 woorden waar de tekst over gaat
D
is altijd 1 of 2 zinnen lang

Slide 15 - Quizvraag

De onderwerp vind je:
A
met de inleiding en het slot
B
alleen in de titel
C
door de deelonder-werpen te lezen
D
met de titel en de eerste alinea

Slide 16 - Quizvraag

Donderdag toets
Hebben jullie nog brandende vragen voor mij?

Slide 17 - Tekstslide