Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2x BME - spelling les 3 (extra uur, herhalen)
werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
1 / 22
volgende
Slide 1:
Quizvraag
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient
Slide 1 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.
Slide 2 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
hij heeft de boel belazerd
B
hij heeft de boel belazert
Slide 3 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Gisteren verhuisden we naar Groningen.
B
Gisteren verhuisten we naar Groningen.
Slide 4 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Hij onthoud alles.
B
Hij onthoudt alles.
Slide 5 - Quizvraag
Werkwoordspelling
A
Hoe oud wordt je morgen?
B
Hoe oud word je morgen?
Slide 6 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.
Slide 7 - Quizvraag
werkwoordspelling
A
Gisteren begeleiden zij de vrouw naar huis.
B
Gisteren begeleidden zij de vrouw naar huis.
Slide 8 - Quizvraag
Meervouden
Veel zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud.
Dit meervoud kan op verschillende manieren worden gevormd:
- meervoud op
-en/-ën
- meervoud op
's
- meervoud op
-s
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeelden
Bij de meeste woorden schrijf je
en
of
s
achter het enkelvoud.
School - scholen
Broodje - broodjes
Actie - acties
Soms moet je een klinker weghalen of een medeklinker toevoegen.
Vraag - vragen
Sok - sokken
Kat - katten
Slide 10 - Tekstslide
Voorbeelden
Als er een verkeerde uitspraak kan ontstaan, schrijf je
’s
.
Oma - oma's
Piano - piano's
Hobby - hobby's
Als het woord eindigt op
ee
, schrijf je ën erachter.
Zee - zeeën
Fee - feeën
Slide 11 - Tekstslide
Woorden die eindigen op -ie krijgen in het meervoud -ën. Als de klemtoon op de ie valt komt er een extra e bij.
Knie - knieën Drie - drieën
Bacterie - bacteriën Kolonie - koloniën
Woorden die eindigen op -ee krijgen in meervoud ën
Zee - zeeën
Slide 12 - Tekstslide
Meervoud -ën
Schrijf het meervoud op van:
drie
epidemie
porie
genie
bacterie
categorie
kolonie
Slide 13 - Tekstslide
Meervoud -ën
Schrijf het meervoud op van:
drieën
epidemieën
poriën
genieën
bacteriën
categorieën
koloniën
Slide 14 - Tekstslide
zee
bacterie
idee
slee
drie
porie
olie
braderie
Meervoud op -iën
meervoud op -ieën
meervoud op -eën
Slide 15 - Sleepvraag
Meervoud
A
garages
B
garage's
Slide 16 - Quizvraag
Wat is het meervoud?
A
machine
B
machientjes
C
machines
Slide 17 - Quizvraag
Meervoud
A
taxis
B
taxi's
C
taxies
D
taxie's
Slide 18 - Quizvraag
Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 19 - Quizvraag
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 20 - Quizvraag
Sleep het woord naar de juiste meervoudsvorm
meervouden met op het einde een s
meervouden met op het einde 's
pinda
repetitie
menu
paraplu
pyjama
bezem
Slide 21 - Sleepvraag
Tekst
journalist
Taxi
Telefoon
kano
figuur
duim
dictee
Meervoud op -en
Meervoud op -s
Meervoud op 's
collega
Slide 22 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Taalverzorging - test
November 2023
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Meervouden
April 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2
1x BME Spelling les 5
Oktober 2023
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Nederlands 3GTA 12 januari
Januari 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
3H BME Spelling les 2
Oktober 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
woe 13-4 jou jouw als dan overtreffende trap
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Taalverzorging les 3
Mei 2022
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Meervoud, verkleinwoord, leenwoord
Juni 2024
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2