Herhalen H4, H5 (4TL)

Wat is GEEN sociale verzekering?
A
WW
B
WAO
C
AOW
D
Bijstand
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is GEEN sociale verzekering?
A
WW
B
WAO
C
AOW
D
Bijstand

Slide 1 - Quizvraag

Bij dit bedrijf ben je privé aansprakelijk
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 2 - Quizvraag

Wat is de AOW?
A
Uitkering die je krijgt als je werkloos bent
B
Uitkering die je krijgt als je oud bent en mag stoppen met werken
C
Uitkering die je krijgt als je niet genoeg loon krijgt
D
Uitkering die je krijgt als je ziek bent en daarom niet kan werken

Slide 3 - Quizvraag

wat zijn indirecte belastingen
A
inkomstenbelasting en vennootschapbelasting
B
btw en accijns
C
btw en loonbelasting
D
accijns en inkomstenbelasting

Slide 4 - Quizvraag

Aandelen op naam hoort bij:
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 5 - Quizvraag

Aandelen zijn vrij verhandelbaar
A
Eenmanszaak
B
vof
C
BV
D
NV

Slide 6 - Quizvraag

De studenten in de sweatshop werken onder zware omstandigheden. Welke wet beschermt Nederlandse werknemers hiertegen?
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet
C
Algemene wet gelijke behandeling
D
Deeltijdwet

Slide 7 - Quizvraag

Op de arbeidsmarkt komt de vraag naar arbeid van de .......

Slide 8 - Open vraag

Arbeidsmarkt (1)

Slide 9 - Tekstslide

Krappe arbeidsmarkt
Ruime arbeidsmarkt

Slide 10 - Tekstslide

Noem één verschil en één overeenkomst tussen de tertiaire en quartaire sector

Slide 11 - Open vraag

Hoe noemen we de toenemende werkloosheid door de Coronacrisis?
A
structurele werkloosheid
B
conjuncturele werkloosheid
C
seizoenswerkloosheid
D
frictiewerkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

Als jouw werk wordt overgenomen door een robot noem je deze werkloosheid ...
A
structurele werkloosheid.
B
seizoenswerkloosheid.
C
verborgen werkloosheid.
D
conjuncturele werkloosheid.

Slide 13 - Quizvraag

Soorten werkloosheid
  1. Conjucturele werkloosheid (vraag naar goederen neemt af)
  2. Structurele werkloosheid (aanbieders van producten blijven veranderingen doorvoeren, robots, lageloonlanden, stoppen met verkoop, reorganisaties)
  3. Seizoenswerkeloosheid (seizoenswerk)
  4. Regionale werkloosheid (werk verdwijnt in een regio)
  5. Frictiewerkloosheid (van school en op zoek naar een baan)

Slide 14 - Tekstslide