Een deel van een geheel. 1/4 betekent 1 deel van iets dat in 4 stukken is verdeeld. Het bovenste getal van een breuk noem je de teller, het onderste getal de noemer.
Delen:
Dan reken je een : som uit.
Slide 13 - Tekstslide
Vaardigheid:
(Schrijf deze stappen voor jezelf op)
Schrijf de som op.
Vermenigvuldig het hele getal met de noemer.
Deel het antwoord dat je krijgt door de teller.
Het getal dat eruit komt is je antwoord.
Slide 14 - Tekstslide
Stap 1: schrijf de som op
6 :
43
Slide 15 - Tekstslide
Stap 2: Vermenigvuldig het hele getal met de noemer.
6 :
Ik doe 6 x 4 = 24
43
Slide 16 - Tekstslide
Stap 4: Deel het antwoord dat je krijgt door de teller.
6 : Ik doe 6 x 4 = 24
Ik deel dit getal door de teller:
Ik doe 24 : 3 = 8
Het antwoord op deze som is dus 8.
43
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Nu ben jij aan de beurt!
Reken de sommen op de volgende pagina's uit en vul het antwoord in.
Slide 19 - Tekstslide
7 : 1/2 =
Slide 20 - Open vraag
8 : 2/5 =
Slide 21 - Open vraag
5 : 2/8 =
Slide 22 - Open vraag
Heb je nog vragen? Mail het naar de leerkracht.
Kijk nu in het dagprogramma wat je moet gaan maken.