begrippentoets lesbrief 10 'de bakkerij'

Welkom
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Consumptieve techniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen voor deze les:


- Maken van de begrippentoets van lesbrief 10
- Nabespreken van de vragen
- Verder werken aan de theoriemodule
- Wat gaan we morgen maken :)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

begrippentoets

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedrijfstak
A
bakkerij waar veel met de hand wordt gedaan
B
bedrijf dat halffabricaten afwerkt tot bijvoorbeeld gebak
C
bakkerij waar veel met machines wordt gedaan
D
een groep bedrijven die dezelfde dienst verlenen of hetzelfde product maken

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevuld brood
A
wordt eerst gesneden. Bijvoorbeeld witbrood, bruinbrood, krentenbrood
B
broodsoorten met een zoete of hartige vulling door het deeg heen gedraaid
C
brood bedoeld voor één persoon
D
broodsoorten zonder vulling

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we over kleinbrood?

Slide 6 - Open vraag

brood bedoeld voor één persoon niet zwaarder dan 100 gram per stuk
Hoe omschrijf je de term: Grootbrood
A
wordt eerst gesneden. Bijvoorbeeld witbrood, bruinbrood, krentenbrood
B
brood bedoeld voor één persoon
C
brood met een wat dikkere, knapperige korst
D
broodsoorten met een zoete of hartige vulling

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Krokante broodsoorten

Slide 8 - Open vraag

brood met een wat dikkere, knapperige korst
Wat betekend de term: Make-offbakkerij
A
bakkerij waar veel met de hand wordt gedaan
B
bakkerij in een supermarkt
C
bedrijf dat halffabricaten afwerkt tot bijvoorbeeld gebak
D
bakkerij waar veel met machines wordt gedaan

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)?
A
Is een organisatie die de kwaliteit van voedsel en artikelen bewaakt en onderzoekt. Het gaat daarbij om alle voedselverwerkende bedrijven en om keukens van zorginstellingen.
B
Is een wet over arbeidsomstandigheden. Deze wet bevat regels om ongevallen en ziektes die door het werk veroorzaakt worden te voorkomen. De Arbowet is een afkorting voor de Arbeidsomstandighedenwet.
C
Is een plan waarin staat hoe schoon een ruimte moet zijn, wat er schoongemaakt moet worden, met welke schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen en hoeveel tijd er is voor het schoonmaken.
D
een gevarenanalyse van kritische beheerspunten. Dus onderzoek naar mogelijke gevaren voor de voedselveiligheid tijdens het bewaren, bewerken en behandelen. Ook je persoonlijke verzorging valt hieronder. Het is wettelijk verplicht om volgens dit HACCP-systeem te werken. De overheid heeft richtlijnen opgesteld voor de hygiëne in werkruimten. Dat staat in de Warenwet.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omschrijf de term duurzaamheid

Slide 11 - Open vraag

Bij duurzaamheid zijn mens, milieu en economie in evenwicht met elkaar.
Reinigen

Slide 12 - Open vraag

schoonmaken
Schoonmaakplan
A
de ruimte van de aarde die nodig is voor jouw voedsel en de energie die je gebruikt
B
Is een plan waarin staat hoe schoon een ruimte moet zijn, wat er schoongemaakt moet worden, met welke schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen en hoeveel tijd er is voor het schoonmaken.
C
Desinfecteren of ontsmetten is het doden van ziekmakende bacteriën met een desinfecteermiddel.
D
Bij duurzaamheid zijn mens, milieu en economie in evenwicht met elkaar.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gevaarsymbolen en wanneer worden ze gebruikt?

Slide 14 - Open vraag

Symbolen (pictogrammen) die op etiketten van schoonmaakmiddelen en andere chemische producten staan om gevaar aan te duiden. Je weet dan waar je op moet letten om veilig te werken.
Wat is desinfecteren?

Slide 15 - Open vraag

Desinfecteren of ontsmetten is het doden van ziekmakende bacteriën met een desinfecteermiddel.
Wat is een desinfecteermiddel?
A
Een desinfecteermiddel is een ontsmettingsmiddel dat je gebruikt voor het doden van ziekmakende bacteriën.
B
een precies afgemeten hoeveelheid
C
vervuiling door micro-organismen, je kunt het met het blote oog niet zien
D
Desinfecteren of ontsmetten is het doden van ziekmakende bacteriën met een desinfecteermiddel.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekend de term dosering?

Slide 17 - Open vraag

Een precies afgemeten hoeveelheid
Wat is een ecologische voetafdruk?

Slide 18 - Open vraag

de ruimte van de aarde die nodig is voor jouw voedsel en de energie die je gebruikt
einde van de test

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies