In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H2. Rechtsstaat
§3 Hoe transparant moet de overheid zijn?
Slide 1 - Tekstslide
Lesopbouw
Actualiteit
Lesdoelen
Terugblik §1-2
Toelichting §3
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
1. Actualiteit (H1!)
Slide 3 - Tekstslide
Welke twee taken heeft het parlement? Wetgeven en...
A
uitvoeren
B
controleren
C
rechtspreken
D
wetten maken
Slide 4 - Quizvraag
2. Lesdoelen
Je kunt uitleggen waarom verschillende rechtsbronnen toegankelijk moeten zijn in een rechtsstaat.
Je kunt uitleggen hoe het legaliteitsbeginsel en de machtenscheiding bijdragen aan rechtszekerheid en een transparante overheid.
Je kunt een standpunt innemen over de (wenselijke) balans tussen wetten en bevoegdheden die de veiligheid in de samenleving moeten vergroten en die de privacy van burgers moeten beschermen.
Slide 5 - Tekstslide
Terugblik §1-2
Slide 6 - Tekstslide
timer
0:40
noem zoveel mogelijk kenmerken van de rechtsstaat
Slide 7 - Woordweb
Kenmerken rechtsstaat
De aanwezigheid van grondrechten. Grondrechten zijn niet absoluut. Beperking hiervan is dus mogelijk
De machtenscheiding of Trias Politica. De macht is verdeeld in drie verschillende machten die elkaar controleren. In Nederland is van volledige machtenscheiding echter geen sprake.
Het legaliteitsbeginsel. 1) de overheid moet zich aan de rechtsregels houden 2) je kunt alleen gestraft worden voor iets dat in de wet strafbaar gesteld is ten tijde van de overtreding
Onafhankelijke rechtspraak. Rechters worden voor het leven benoemt. Ze baseren hun uitspraak onder andere op de vier rechtsbronnen (zie volgende slide).
Wat is het verschil tussen klassieke en sociale grondrechten?
A
sociale grondrechten gaan over je relatie tot je medemens, klassieke grondrechten gaan over jezelf
B
sociale grondrechten zijn afdwingbaar, klassieke grondrechten niet.
C
klassieke grondrechten zijn afdwingbaar, sociale grondrechten niet.
D
de overheid heeft een inspanningsverplichting ten aanzien van de klassieke grondrechten.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
rechtsbescherming | rechtshandhaving
Slide 13 - Tekstslide
Even terug naar H1...
Een minister zit...
A
in de regering
B
in het kabinet
C
in de regering
en kabinet
D
in het parlement
Slide 14 - Quizvraag
Toelichting §3
Slide 15 - Tekstslide
Zoek op: welke straf staat er op het overtreden van artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht? (kopiëren + plakken = prima)
timer
1:30
Slide 16 - Open vraag
Rechtszekerheid
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Rechtsbronnen (waar kan ik het vinden? = voorspelbaar)
Wetten (bepaald door wetgevende macht)
Grondwet
Rechtspraak
Jurisprudentie (= alle gerechtelijke uitspraken)
Internationale verdragen (zoals EVRM)
Gewoonterecht (ongeschreven)
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Wie heeft de uitvoerende macht in Nederland?
A
regering
B
parlement
C
kabinet
D
ambtenaren
Slide 20 - Quizvraag
Doelen bij §3
Je kunt uitleggen waarom verschillende rechtsbronnen toegankelijk moeten zijn in een rechtsstaat.
Je kunt uitleggen hoe het legaliteitsbeginsel en de machtenscheiding bijdragen aan rechtszekerheid en een transparante overheid.
Je kunt een standpunt innemen over de (wenselijke) balans tussen wetten en bevoegdheden die de veiligheid in de samenleving moeten vergroten en die de privacy van burgers moeten beschermen.