3.4 - waterkringloop

3.4 - waterkringloop
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

3.4 - waterkringloop

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
- Herhaling: 3.1 t/m 3.3
- Uitleg: 3.4 - De waterkringloop
- Aan de slag
- Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Een steppeklimaat is een voorbeeld van een klimaat op ...... breedte
A
lage
B
hoge

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noemen we de luchtlaag rond de aarde?

Slide 4 - Open vraag

Als je een berg beklimt, wordt het als maar kouder. Hoeveel kouder wordt het als je 1 kilometer omhoog klimt?
A
2°C
B
4°C
C
6°C
D
8°C

Slide 5 - Quizvraag

Als het in Nederland zomer is, is er op de Zuidpool sprake van een.......
A
Poolnacht
B
Pooldag

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je weet dat water in verschillende vormen kan komen en dat het in een kringloop rondgaat. 

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je weet dat water in verschillende vormen kan komen en dat het in een kringloop rondgaat. 
- Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan


Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je weet dat water in verschillende vormen kan komen en dat het in een kringloop rondgaat. 
- Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan
- Je kan de korte en lange waterkringloop tekenen

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar
   -> gasvormig 

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar
   -> gasvormig 
   -> vast

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar
   -> gasvormig 
   -> vast
- De zon is hier verantwoordelijk voor 
   

Slide 17 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar
   -> gasvormig 
   -> vast
- De zon is hier verantwoordelijk voor 
   -> de energie van de zon zorgt voor verdamping
   

Slide 18 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- In de waterkringloop heeft water steeds een andere vorm
   -> vloeibaar
   -> gasvormig 
   -> vast
- De zon is hier verantwoordelijk voor 
   -> de energie van de zon zorgt voor verdamping
   -> Vloeibaar water verandert door verdamping in waterdamp

Slide 19 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen


Slide 20 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen


Slide 21 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen
   -> door die snellere beweging wordt de lucht lichter en stijgt het op


Slide 22 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen
   -> door die snellere beweging wordt de lucht lichter en stijgt het op
   -> de waterdamp in de lucht condenseert


Slide 23 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen
   -> door die snellere beweging wordt de lucht lichter en stijgt het op
   -> de waterdamp in de lucht condenseert
       -> De lucht koelt af en koudere lucht kan minder waterdamp bevatten
       

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen
   -> door die snellere beweging wordt de lucht lichter en stijgt het op
   -> de waterdamp in de lucht condenseert
       -> De lucht koelt af en koudere lucht kan minder waterdamp bevatten
       -> Zo ontstaan er wolken in de lucht


Slide 25 - Tekstslide

Uitleg 3.4: water kan verschillende vormen aannemen
- Water en waterdamp bestaan uit onzichtbaar kleine deeltjes
    -> Moleculen
- Als de moleculen warmer worden, gaan ze sneller bewegen
   -> door die snellere beweging wordt de lucht lichter en stijgt het op
   -> de waterdamp in de lucht condenseert
       -> De lucht koelt af en koudere lucht kan minder waterdamp bevatten
       -> Zo ontstaan er wolken in de lucht
   -> Neerslag wordt deels opgeslagen in gletsjers

Slide 26 - Tekstslide

Wat is een gletsjer?

Slide 27 - Open vraag

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   

Slide 28 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
    

Slide 29 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
       -> Dit zijn wolken`

Slide 30 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
       -> Dit zijn wolken`
- Wanneer genoeg druppels samenklonteren worden ze te zwaar
   

Slide 31 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
       -> Dit zijn wolken`
- Wanneer genoeg druppels samenklonteren worden ze te zwaar
   -> Ze vallen naar beneden
 

Slide 32 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
       -> Dit zijn wolken`
- Wanneer genoeg druppels samenklonteren worden ze te zwaar
   -> Ze vallen naar beneden
   -> Dit noemen we neerslag 

Slide 33 - Tekstslide

Uitleg 3.4: Hoe ontstaat neerslag?
- Waterdamp stijgt op en condenseert
   -> hele kleine druppels die kunnen zweven
       -> Dit zijn wolken`
- Wanneer genoeg druppels samenklonteren worden ze te zwaar
   -> Ze vallen naar beneden
   -> Dit noemen we neerslag 
- Neerslag ontstaat als een wolk stijgt

Slide 34 - Tekstslide

Uitleg 3.4: hoe ontstaat neerslag?
- Situaties waarin neerslag ontstaat:
1. Stuwingsregen

Slide 35 - Tekstslide

Uitleg 3.4: hoe ontstaat neerslag?
- Situaties waarin neerslag ontstaat:
1. Stuwingsregen
2. Frontale regen

Slide 36 - Tekstslide

Uitleg 3.4: hoe ontstaat neerslag?
- Situaties waarin neerslag ontstaat:
1. Stuwingsregen
2. Frontale regen
3. stijgingsregen

Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag
Maken: opdrachten 3.4      klaar? -> Boxopdracht

Slide 38 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je weet dat water in verschillende vormen kan komen en dat het in een kringloop rondgaat. 
- Je begrijpt hoe stuwingsregen, stijgingsregen en frontale regen ontstaan
- Je kan de korte en lange waterkringloop tekenen

Slide 39 - Tekstslide

Fijne dag!

Slide 40 - Tekstslide