Marketing week 6

Distributie
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
marketingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Distributie

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk je aan bij distributie?

Slide 2 - Open vraag

Distributie
Distributie is het geheel van activiteiten dat betrekking heeft op het voortstuwen van de productenstroom van de producent naar de klant.

Slide 3 - Tekstslide

Functies distributie
  • Transport
  • Opslag
  • Informatieverschaffing
  • Promotie
  • Onderhandelen
  • Bestellen
  • Financieren
  • Risico nemen
  • Betalen en eigendom overdragen
  • Service


Slide 4 - Tekstslide

Bedrijfskolom

Slide 5 - Tekstslide

Detailhandel
De detailhandel is een distribuant die producten, meestal in kleinverpakkingen, aan de finale afnemers (eindgebruikers en -verbruikers) levert. Hij is de laatste schakel van het distributiekanaal, veelal leverend aan de consument

Hieronder vallen ook de webwinkels

Slide 6 - Tekstslide

Distributie is de P van ...
A
Product
B
Prijs
C
Plaats
D
Promotie

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen functie van distributie?
A
Risico nemen
B
Promotie
C
Transport
D
Productie

Slide 8 - Quizvraag

Soorten groothandels
  • Importeur
  • Exporteur
  • Handelshuis

Slide 9 - Tekstslide

Types groothandel
  • Zelfbedieningsgroothandel
  • Dropshipper
  • Jobber

Slide 10 - Tekstslide

Distributiekanalen
  • Directe distributie is een distributievorm waarbij de producent rechtstreeks, zonder gebruikmaking van distribuanten, aan de eindgebruikers levert.
  • Indirecte distributie is distributie door een producent met inschakeling van ten minste een distribuant of tussenkanaal, die eigenaar van de goederen wordt voordat het product de finale afnemer bereikt.
  • Multichanneling
  • Cross channeling


Slide 11 - Tekstslide

Wat is geen soort groothandel
A
Importeur
B
Jobber
C
Exporteur
D
Handelshuis

Slide 12 - Quizvraag

Wat is geen type groothandel
A
Zelfbedieningsgroothandel
B
Importeur
C
Jobber
D
Dropshipper

Slide 13 - Quizvraag

Welke vorm van distributiekanaal gebruikt een slager van slachthuis direct aan zijn klanten verkoopt?
A
Directe distributie
B
Indirecte distributie
C
Multichanneling
D
Omnichanneling

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Drie soorten distributie intensiteit:
  • Intensieve distributie – convenience goods
  • Selectieve distributie – shopping goods
  • Exclusieve distributie – specialty goods

Slide 16 - Tekstslide

Pull strategie
 - veel verkooppunten
  - jij als chipsmerk moet reclame maken
Push strategie 
- korting geven
  - bonus geven
 - krediet geven
 - promotiemateriaal geven

Slide 17 - Tekstslide

Welke vorm van distributiekanaal gebruikt een slager van slachthuis direct aan zijn klanten verkoopt?
A
Directe distributie
B
Indirecte distributie
C
Multichanneling
D
Omnichanneling

Slide 18 - Quizvraag

Welke distributie intensiteit hoort bij Snickers?
A
Exclusieve distributie
B
Intensieve distributie
C
Selectieve distributie
D
Spaarzame distributie

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer je de producten door de distributiekanalen duwt gebruik je de ... strategie
A
Pull
B
Push

Slide 20 - Quizvraag

Verkoopmogelijkheden
  • cross selling (aanverwante artikelen)
  • deep selling (meer van hetzelfde)
  • up selling (duurdere variant)

Slide 21 - Tekstslide

Koffiebonen verkopen bij een koffiezetapparaat is:
A
Deep selling
B
Up selling
C
Cross selling

Slide 22 - Quizvraag

Reclame (offline)
Reclame (offline marketingcommunicatie) of advertising is een overredende commerciële communicatie over producten en organisaties, waarbij tegen betaling gebruik wordt gemaakt van massamedia en waarvan het doel is de kennis, de attitude en mogelijk het gedrag van een doelgroep in een voor de adverteerders gunstige richting te beïnvloeden.

Slide 23 - Tekstslide

Aspecten van reclame
Positionering van je product: hoe vindt de consument jouw product en wat is de waardering?
Attitudeverandering: je wilt dat bij de consument een wijziging optreedt ten aanzien van je product of dienst.
Imagoverandering: je wilt bereiken dat consumenten positief over je product gaan denken.
Gedragsverandering: je wilt bewerkstelligen dat de consument jouw product gaat kopen.


Slide 24 - Tekstslide

Taken van reclame
  • contact leggen met de markt;
  • belangstelling opwekken voor een product of merk;
  • (merk)voorkeur scheppen;
  • relaties onderhouden tussen klant (consument) en adverteerder.

Slide 25 - Tekstslide

Offline marketing is ... tegen betaling
A
Altijd
B
Nooit

Slide 26 - Quizvraag

Wat is geen aspect van reclame
A
Attitudeverandering
B
Positionering van je product
C
Gedragsverandering
D
Prijsverandering

Slide 27 - Quizvraag

Vormen offlinemarketing
  • Themareclame
  • Actiereclame
  • Institutionele reclame
  • Collectieve reclame
  • Combinatiereclame (joint advertising)
  • Cooperatieve reclame
  • Point of purchase reclame / display advertising
  • Vergelijkende reclame
  • Ideele reclame

Slide 28 - Tekstslide

Above the line activiteiten zijn alle vormen van marketingcommunicatie waarbij gebruik wordt gemaakt van reclamemedia om de naamsbekendheid te vergroten
Below the line activiteiten zijn vormen van marketingcommunicatie, die gericht zijn op een selecte doelgroep die je benaderd via de mail

Slide 29 - Tekstslide

Offline marketinginstrumenten
  • Direct marketing
  • Sales promotie
  • PR van het product
  • Persoonlijke verkoop
  • Buitenreclame
  • Sponsoring en donatie

Slide 30 - Tekstslide

Welke vorm zijn de kerstreclames van de supermarkten?
A
Vergelijkende reclame
B
Point of Purchase reclame
C
Themareclame
D
Coöperatieve reclame

Slide 31 - Quizvraag

Een selecte doelgroep benaderen via de mail is ... activiteiten
A
Below the line
B
Above the line

Slide 32 - Quizvraag

Wat is geen offline marketinginstrument?
A
Sponsoring
B
Sales promotie
C
Direct mailing
D
Persoonlijke verkoop

Slide 33 - Quizvraag

Winkelcommunicatie
  • Artikelpresentatie
  • Display
  • Verpakkingen
  • Demonstraties
  • Winkelwagenreclame
  • Persoonlijke verkoop


Slide 34 - Tekstslide

Marketingcommunicatie middelen
  • Adverteren op papier (kranten, tijdschriften)
  • Audio visueel adverteren (radio, tv, YouTube en bioscoop)
  • Non-spot advertising

Slide 35 - Tekstslide

Kiezen voor medium
  • Bereik
  • Dekking
  • Combineren voor een hoger effect

Slide 36 - Tekstslide

Bij welk Marketingcommunicatie middel hoort sponsoring?
A
Adverteren op papier
B
Audio visueel adverteren
C
Non-spot advertising

Slide 37 - Quizvraag

Welk marketinginstrument moet je kiezen voor een groot bereik?
A
RTL
B
TC Tubantia
C
Persoonlijke verkoop

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide