Thema 5, les 1a

les 1a
Ik leer twaalf woorden over natuur en weer.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

les 1a
Ik leer twaalf woorden over natuur en weer.

Slide 1 - Tekstslide

Waar denk jij aan bij Natuur en weer?
Noem er zoveel mogelijk.

Slide 2 - Woordweb

Lees mee

Lees het verhaal.

Slide 3 - Tekstslide

het briesje
een zacht, koel windje


Als het warm is is het meestal fijn aan het water, omdat daar meestal een briesje is.

Slide 4 - Tekstslide

de beuk
     boom waar kleine, eetbare nootjes aan groeien

Eekhoorntjes zijn gek op beukennootjes, daarom is de beuk hun lievelingsboom.

Slide 5 - Tekstslide

de wind gaat liggen
als het minder hard gaat waaien

Ik hoop dat de wind gaat liggen anders moet ik lopend naar huis.

Slide 6 - Tekstslide

de wind steekt op
     als het harder gaat waaien


Wij moeten de parasol binnenhalen want de wind steekt op.

Slide 7 - Tekstslide

het weer slaat om
   het weer verandert opeens


De zon schijnt nog, maat er komt een hele donkere lucht aan. Het weer slaat om.

Slide 8 - Tekstslide

de kastanjeboom
 boom waar glanzende, bruine vruchten aan groeien

Van een wilde kastanjeboom kun je de kastanjes niet eten alleen van een tamme kastanjeboom

Slide 9 - Tekstslide

de schors
     de buitenste laag van een boom

Van een wilde kastanjeboom kun je de kastanjes niet eten alleen van een tamme kastanjeboom

Slide 10 - Tekstslide

de stortbui
een hele harde regenbui

Door de stortbui was onze straat helemaal ondergelopen.

Slide 11 - Tekstslide

wegwaaien
     door de wind meegenomen worden

Het waaide zo erg, daardoor is onze hond weggewaaid met de paraplu.

Slide 12 - Tekstslide

de windkracht
     de kracht van de wind

Als het windkracht 1 is waait het niet zo hard, maar windkracht 12 noem je een orkaan.

Slide 13 - Tekstslide

windstil
     als er geen wind is

Als het windstil is kun je niet met een zeilboot gaan varen.

Slide 14 - Tekstslide

Wat ga je nu doen?
- Je maakt opgave 1 en 2
- 10+
- Werkpakket taal

Je bent ongeveer 30 minuten met taal bezig.
timer
1:00

Slide 15 - Tekstslide