Taal Blok 3 week 2 les 1
Het weer
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Het weer
Slide 1 - Woordweb
losbarsten
In bloei staan
regenwolk
tuinieren
Wanneer iets plotseling begint.
Er komen bloemen aan de planten.
Een wolk waar regen uit komt.
In de tuin werken.
Slide 2 - Sleepvraag
Hoe noem je het als de zon schijnt en de lucht blauw is?
A
slecht weer
B
regenachtig
C
storm
D
stralend weer
Slide 3 - Quizvraag
A
groeien
B
verwelken
C
opbloeien
D
in de grond planten
Slide 4 - Quizvraag
de bliksemflits
het bloembed
de boomstronk
het struikgewas
Slide 5 - Sleepvraag
A
de boom
B
het struikgewas
C
de wortel
D
het bloemenbed
Slide 6 - Quizvraag
A
de zonneschijn
B
de regenwolk
C
de bliksemflits
D
tuinieren
Slide 7 - Quizvraag
de storm
Slide 8 - Woordweb
Het briesje
wegwaaien
de windkracht
windstil
Een zachte koele wind.
Het waait zo hard dat dingen van plek veranderen.
de kracht van de wind met een cijfer van 0 tot 12.
Als het niet waait.
Slide 9 - Sleepvraag
Hoe noem je het als het opeens harder gaat waaien?
A
wegwaaien
B
de wind steekt op
C
windstil
D
de windkracht
Slide 10 - Quizvraag
Als het eerst heel mooi zonnig weer is, maar het opeens gaat stormen?
A
stralend weer
B
de windkracht
C
de wind gaat liggen
D
het weer slaat op
Slide 11 - Quizvraag
de kastanjeboom
het wolkendek
de schors
de stortbui
Slide 12 - Sleepvraag
De wind die zachter gaat waaien of zelfs stopt met waaien?
A
De wind steekt op
B
De wind gaat liggen
C
de stortbui
D
wegwaaien
Slide 13 - Quizvraag
Hoe noem je een boom waar kleine beukennootjes in groeien?
A
de beuk
B
de kastanjeboom
C
de bloem
D
de schors
