3H - 409

Natuurkunde
1) Pak je spullen
2) Berg je telefoon en tas op
3) Lees in je leesboek 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Natuurkunde
1) Pak je spullen
2) Berg je telefoon en tas op
3) Lees in je leesboek 

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

HW bespreken

Slide 3 - Tekstslide

35
a Bij de crash wordt het hoofd stevig in het schuim van de helm gedrukt. De schuimlaag zorgt ervoor dat het hoofd wordt afgeremd en heeft dus negatieve arbeid verricht op de schedel. De schuimlaag is hierdoor blijvend (dus plastisch) vervormd.
b Ja, de helm moet vervangen worden. De vervorming aan de schuimlaag is permanent. Dit betekent dat bij een eventuele volgende crash de schuimlaag dunner is. Hierdoor wordt het hoofd over een kortere afstand afgeremd, waardoor de kracht op het hoofd toeneemt en er een grotere kans is op letsel.
c Nee, de helmen bieden te weinig bescherming tegen hersenschudding. Door het gebruik van een elastisch materiaal ervaart de speler de botsing eigenlijk twee keer. Een keer tijdens het indrukken en een keer tijdens het terugveren. Het zou beter zijn om een materiaal te gebruiken dat niet elastisch maar plastisch vervormd. Dan wordt het terugveren voorkomen. Het nadeel hiervan is wel dat er veel reservehelmen aanwezig moeten zijn.

Slide 4 - Tekstslide

39ab

Slide 5 - Tekstslide

39c
De airbag moet snel opgeblazen zijn om het hoofd van de bestuurder op te kunnen vangen. De tijd om de kreukelzone in te drukken is uit te rekenen door aan te nemen dat de snelheid tijdens het indrukken gelijkmatig afneemt van 50 km/h naar 0 km/h. Daaruit kun je halen dat de gemiddelde snelheid tijdens de botsing 25 km/h is ofwel 6,94 m/s. 

De tijd die de botsing duurt is dan: š‘”= š‘  / š‘£gem= 1,25 / 6,94 = 0,18 s.

Slide 6 - Tekstslide

39d
75% van 5700 J is:  5700Ɨ0,75=4275 J. 
Dit is de arbeid die de gordel uitoefent op het lichaam in een afstand van 10 cm (= 0,10 m). 

Zet de formule om en bereken de kracht: 
š¹ = š‘Š/š‘  = 4275 / 0,10 = 42 750 N.

Slide 7 - Tekstslide

39e
De arbeid die de airbag nog uitoefent op het lichaam is de overige 25% van de bewegingsenergie. Dit is 5700 - 4275 = 1425 J. 

Om de afstand die de airbag te berekenen moet de formule worden omgezet: 
š‘  = š‘Š/š¹ = 1425 / 4750 = 0,3 m = 30 cm.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe noem je een diagram waarin het verloop van de snelheid door de tijd is weergegeven?

Slide 9 - Open vraag

Je rent op de atletiekbaan de 100 meter in 30 seconde. Wat is je gemiddelde snelheid in meter per seconde?
A
1 m/s
B
0,3 m/s
C
3,33 m/s
D
10 m/s

Slide 10 - Quizvraag

Je rent op de atletiekbaan de 400 meter in 2 minuten. Wat is je gemiddelde snelheid?
A
1 m/s
B
0,3 m/s
C
3,33 m/s
D
10 m/s

Slide 11 - Quizvraag

Je rent de marathon (42,195 km) in 3,5 uur. Wat is je snelheid in meter per seconde?

Slide 12 - Open vraag

Wat is de formule om arbeid te berekenen?
A
W =F/s
B
W=s/F
C
W=F x s
D
Geen van deze formules is juist.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de eenheid van arbeid?
A
Joule (J)
B
Newton (N)
C
Newton per meter (N/m)
D
Newtonseconde (Ns)

Slide 14 - Quizvraag

Een kogelstoter stoot met een kracht van 85 N over een afstand van 1,2 meter vooruit. Bereken hoeveel bewegingsenergie de kogel dan heeft.
A
0,014 J
B
70,83 J
C
102 J
D
10200 J

Slide 15 - Quizvraag

Een voetballer verricht tijdens een aftrap 150 J aan arbeid op de bal. Zijn voet heeft over een afstand van 60 cm contact met de bal. Bereken de kracht waarmee de voetballer heeft getrapt.

Slide 16 - Open vraag

Hoe heet de afstand die je aflegt vanaf wanneer je begint met remmen totdat je helemaal stilstaat?
A
Reactieafstand
B
Remweg
C
Remafstand
D
Stopafstand

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de stopafstand?

Slide 18 - Open vraag

Wat is arbeid?

Slide 19 - Open vraag

Arbeid
Een kracht uitoefenen over een bepaalde afstand
heet arbeid leveren.

Slide 20 - Tekstslide

Stoot
Een kracht uitoefenen over een bepaalde tijd
heet stoot leveren.

Slide 21 - Tekstslide

Stoot waarbij bewegingsenergie stijgt
Stoot waarbij bewegingsenergie daalt
stoot=Fā‹…t

Slide 22 - Tekstslide

Werken aan huiswerk
Maak
42, 44, 46 
klaar?

Lees 4.4
Maak 48

timer
0:00

Slide 23 - Tekstslide