Zuren en basen

Zuren en basen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Zuren en basen

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
  • Uitleg zuren en basen
  • Aan de slag met 26, 27, 29, 30 blz. 234
  • bespreken sommen
  • uitdelen PO opdracht

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je weet wat een zuur en een base is 
  • Je weet wat de pH is 
  • Je weet hoe je de pH kunt bepalen 

Slide 3 - Tekstslide

Zure en basische middelen
  • Zure en basische stoffen zijn elkaars tegenpolen
  • reactie van zuur + base --> neutrale stof (bv water)
  • vb zuren: zoutzuur, azijnzuur, citroenzuur
  • vb basen: ammoniak, soda, natriumhydroxide

zuur --> ontkalken
base --> ontvetten


Slide 4 - Tekstslide

pH
  • pH-waarde geeft aan hoe zuur of hoe basisch iets is
  • 0-14
  • 0-7 zuur
  • 7 neutraal
  • 7-14 base
  • lager dan 3 of hoger dan 11 --> heel agressief 

Slide 5 - Tekstslide

Een stof met pH=5 is een ...
A
zuur
B
base
C
neutrale stof

Slide 6 - Quizvraag

pH meten
  • Zuur-base-indicator 
  • pH papier

rodekoolsap: bij base groen, bij zuur rood

Slide 7 - Tekstslide

Welke kleur heeft rodekoolsap als je er azijnzuur aan toevoegt?
A
groen
B
rood

Slide 8 - Quizvraag

Met wat voor een stof kun je apparaten ontkalken?

Slide 9 - Open vraag

Waarvoor gebruik je basen bij schoonmaken?
A
ontkalken
B
ontkleuren
C
ontvetten

Slide 10 - Quizvraag

Welke stof is agressiever?
A
zeep (pH=9,5)
B
ovenreiniger (pH=13)

Slide 11 - Quizvraag

Aan de slag
26, 27, 29, 30 blz. 234
Opdracht voor PO = proefje

Slide 12 - Tekstslide