Woordenschat H1 en H2

Hoe goed is mijn woordenschat?
😒🙁😐🙂😃
1 / 18
volgende
Slide 1: Poll
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe goed is mijn woordenschat?
😒🙁😐🙂😃

Slide 1 - Poll

Leerdoelen
- Je vergroot je woordenschat.
- Je kent de betekenis van minimaal....... woorden. (vul voor jezelf in)

Slide 2 - Tekstslide

Theorie
Woordraadstrategieën

Officieel taalgebruik

Slide 3 - Tekstslide

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
tegenstelling zoeken
C
voorbeelden zoeken
D
de inhoudsopgave bekijken

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een woordraadstrategie?
A
Een manier om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.
B
Een manier om moeilijke woorden in een tekst te vinden.

Slide 5 - Quizvraag

Dit is geen woordraadstrategie:
A
synoniem zoeken
B
omschrijving zoeken
C
vooruit lezen
D
voorbeelden zoeken

Slide 6 - Quizvraag

samenwerken
toch
goed
per ongeluk
meewerken
over
Aandachtig
abusievelijk
een bijdrage leveren
inzake
desondanks
de handen ineenslaan

Slide 7 - Sleepvraag

Woordenschat Quiz

Slide 8 - Tekstslide

het dilemma betekent:
A
een moeilijke keuze tussen twee dingen
B
een makkelijke keuze tussen twee dingen
C
een medicijn
D
een keuze die voor je gemaakt is

Slide 9 - Quizvraag

waarneembaar betekent:
A
Dat je het kan zien
B
Dat je het niet kan zien

Slide 10 - Quizvraag

Nou, breekt mijn klomp.

Wat betekent de uitdrukking?
A
Ik ben stomverbaasd.
B
Ik ben nieuwsgierig.

Slide 11 - Quizvraag

Thans komt dit verschijnsel niet meer voor.
Wat betekent thans?
A
Later
B
Ooit
C
Nu
D
Nooit

Slide 12 - Quizvraag

De effectiviteit betekent:
A
het einde
B
het nut

Slide 13 - Quizvraag

in de beginfase zijn
weten wat de problemen zijn
een einde maken aan ongewenst gedrag
niet te hoge eisen stellen
over de grenzen gaan.
weten waar de schoen wringt.
de lat niet te hoog leggen
paal en perk stellen
grenzen overschrijden
in de kinderschoenen staan

Slide 14 - Sleepvraag

Noem een ander woord voor risico:

Slide 15 - Open vraag

Wat gebeurt er als je een scheve schaats rijdt?
A
je schaats is afgebroken
B
je schaatst te hard
C
je hebt iets gedaan wat niet mag of hoort
D
je hebt iets gedaan wat fantastisch was

Slide 16 - Quizvraag

Aan het werk
Woordenschat H2 
bladzijde 52 + 53
opdracht 3-4-5-6-7

Slide 17 - Tekstslide

Door deze lesactiviteiten heb ik mijn woordenschat vergroot.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll