VWO 4: Levensloop H5 + H6

Levensloop H5 + H6
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Levensloop H5 + H6

Slide 1 - Tekstslide

Het consumentenprijsindexcijfer is een ........ gemiddelde
A
Ongewogen
B
Gewogen

Slide 2 - Quizvraag

Bereken de consumentenprijsindex (CPI)


A
110,1
B
92,9
C
102,0
D
127,9

Slide 3 - Quizvraag

Als iemand een hoge tijdsvoorkeur heeft, zal deze persoon
A
Consumptie naar voren halen en dus sneller lenen
B
Consumptie naar voren halen en dus sneller sparen
C
Consumptie uitstellen en dus sneller lenen
D
Consumptie uitstellen en dus sneller sparen

Slide 4 - Quizvraag

Als je aandelen bezit, krijg je altijd dividend uitgekeerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Waar zal een risico-avers persoon eerder in beleggen?
A
Aandelen
B
Obligaties

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een omslagstelsel
A
De werkenden van nu dragen premie af waar de uitkeringen van nu van worden gefinancierd
B
De werkenden van nu betalen nu premie voor de ouderen van later
C
De werkenden van nu betalen premie voor zichzelf voor later
D
Een variant op het radslagstelsel bij turnen

Slide 7 - Quizvraag

De consumentenprijsindex stijgt van 103 naar 105.
Het nominaal inkomen van Kees stijgt van € 30.000 naar
€ 36.000.

Hoeveel procent stijgt het reëel inkomen van Kees?
A
20%
B
18%
C
18,1%
D
14%

Slide 8 - Quizvraag

In welk stelsel levert vergrijzing de grootste problemen op met betrekking tot de financiering van de AOW?
A
Omslagstelsel
B
Kapitaaldekkingsstelsel

Slide 9 - Quizvraag

AOW is hetzelfde als bedrijfspensioen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wanneer de stijging van de AOW-uitkering (minstens) even groot is als de jaarlijkse loonstijging bij de bedrijven, is de AOW-uitkering....?

Slide 11 - Open vraag

De cao-lonen stijgen met 3,1% en de prijzen met 1,8%. Met hoeveel procent stijgt een waardevaste AOW-uitkering?
A
3,1%
B
1,8%
C
0%
D
3,1 - 1,8 = 1,3%

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is het pensioen welvaartsvast?
A
Als de pensioenuitkering mee stijgt met de prijzen.
B
Als de pensioen uitkering mee stijgt met de hoogte van de lonen.
C
Als de pensioenuitkering mee stijgt met de prijzen en de hoogte van de lonen.

Slide 13 - Quizvraag


Daan heeft op 1 januari 2023:
- Betaalrekening € 1.500 (0% rente)
- Spaarrekening € 30.000 (2,5% rente)
- Aandelen € 50.000 (5% dividend)

Bereken het werkelijk rendement van Daan in 2023.
A
€ 1.000
B
€ 2.575
C
€ 3.250

Slide 14 - Quizvraag

Luuk heeft op 1 januari 2022:
- € 3.000 op zijn betaalrekening (0% rente)
- € 150.000 op zijn spaarrekening (3% rente)
- € 100.000 in aandelen (5,5% dividend)
- € 10.000 lening bij zijn moeder (0% rente)
Bereken de vermogensrendementsheffing die Luuk over 2022 moet afdragen. Rond je eindantwoord af op hele euro's.      

Slide 15 - Tekstslide