spijsvertering 2
1 / 42
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welk orgaan maakt GEEN deel uit van het spijsverteringsstelsel?
A
Nieren
B
Maag
C
Dikke darm
D
Lever
Slide 2 - Quizvraag
De spijsvertering eindigt bij de anus, waar BEGINT de spijsvertering?
A
In de maag
B
In de dikke darm
C
In de mond
D
In de slokdarm
Slide 3 - Quizvraag
De slokdarm loopt door de borstholte.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Wanneer je iets eet of drinkt, kan er soms iets mis gaan met slikken. Je krijgt dan een soort kriebel in je keel en moet flink hoesten. Hoe noemen we dit?
Slide 5 - Open vraag
Bij iemand die Diabetes Mellitus (suikerziekte) heeft kan het nodig zijn om insuline te spuiten om de bloedsuiker onder controle te houden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quizvraag
Waar worden de voedingsstoffen in het bloed opgenomen ?
A
2
B
11
C
4
D
5
Slide 7 - Quizvraag
Wat is waar?
A
7 = lever, 1 = maag
B
3 = twaalfvingerige darm, 5 is blinde darm
C
9 = blinde darm, 1 is alvleesklier
D
10 = galblaas, 11 is dunne darm
Slide 8 - Quizvraag
wat is de functie van de dikke darm
A
laatste fase van vet afbraak
B
onttrekken van water aan de chijm / voedselbrij
C
opname van aminozuren
D
vorming van vitamine b 12 door darmflora
Slide 9 - Quizvraag
Er zijn twee bloedvaten die bloed naar de lever vervoeren.
de leverslagader is verantwoordelijk voor 25% van de bloedvoorziening. Welke ............ ader is verantwoordelijk voor de andere 75% ?
de leverslagader is verantwoordelijk voor 25% van de bloedvoorziening. Welke ............ ader is verantwoordelijk voor de andere 75% ?
A
Leverslagader
B
Aorta
C
Onderste holle ader
D
poortader
Slide 10 - Quizvraag
Beoordeel de juistheid van de volgende stellingen;
1. De alvleesklier produceert spijsverteringssappen
2. De alvleesklier produceert hormonen.
1. De alvleesklier produceert spijsverteringssappen
2. De alvleesklier produceert hormonen.
A
I en II zijn juist
B
Alleen I is juist
C
Alleen II is juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 11 - Quizvraag
In de dunne darm wordt geen spijsverteringssap afgescheiden
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt er gevormd door de coli bacteriën in de dikke darm?
A
Vitamine A
B
Vitamine B12
C
Vitamine D
D
Vitamine K
Slide 13 - Quizvraag
In de dunne darm worden afgebroken voedingsstoffen opgenomen en via het bloed naar de lever vervoerd
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de functie van de galblaas?
A
productie van gal
B
opslag van gal
C
resorptie van vetten
D
vertering van vetten
Slide 15 - Quizvraag
Braken is in veel gevallen een verdedigingsmechanisme van het lichaam om schadelijke stoffen kwijt te raken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quizvraag
Verslikken is een vorm van een slikstoornis die ernstige longinfecties kan veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quizvraag
Een ondervoede zorgvrager heeft te weinig voedingstoffen, daarom zien deze zorgvragers er altijd sterk vermagerd uit.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
welk onderdeel sluit de luchtpijp af tijdens het slikken?
A
De huig
B
het strottenklepje
C
de tong
D
de slokdarm
Slide 19 - Quizvraag
De hoeveelheid en samenstelling van het braaksel geeft informatie over wat er met de zorgvrager aan de hand is.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quizvraag
Dehydratie ( uitdroging) is een probleem wat door langdurig en ernstig braken kan ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 21 - Quizvraag
Helderrood bloedverlies OP de ontlasting wijst op een bloeding in het laatste deel van de dunne darm
A
Juist
B
Onjuist
Slide 22 - Quizvraag
Galkleurstoffen zorgen voor de bruine kleur van de ontlasting
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Een belangrijke oorzaak van een stoornis in de vetvertering is, een tekort aan gal door leveraandoeningen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 24 - Quizvraag
Een verkeerde ontlastingsgewoonte zoals, de ontlasting te lang ophouden, kan obstipatie veroorzaken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 25 - Quizvraag
Aambeien zijn uitgezakte bloedvaten
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quizvraag
De spijsvertering start in de mond met vetvertering
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quizvraag
Insuline is een hormoon
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quizvraag
Insuline zorgt ervoor dat het glucose gehalte stijgt
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Glycogeen wordt opgeslagen in de hersenen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Intermediaire stofwisseling vindt plaats in de
A
Alvleesklier
B
Lever
C
Galblaas
D
Dikke darm
Slide 31 - Quizvraag
Kupffercellen zijn afweer cellen in de lever
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quizvraag
gal is een vloeistof die helpt bij de vertering van vetten.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quizvraag
Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?
A
Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
C
Dunne darm, dikke darm, slokdarm, maag
D
Slokdarm, dunne darm, dikke darm, maag
Slide 34 - Quizvraag
Wat sluit de huig af?
A
de neusholte
B
de luchtpijp
Slide 35 - Quizvraag
Waar ligt de slokdarm?
A
voor de luchtpijp
B
achter de luchtpijp
Slide 36 - Quizvraag
De maag heeft o.a. als taak:
A
opslag van het voedsel
B
kneden van het voedsel
C
verteren van voedingsvezels
D
basisch (alkalisch) maken van voedsel
Slide 37 - Quizvraag
Wat is de belangrijkste functie van het maagslijm?
A
activatie van enzymen
B
bescherming tegen maagzuur
C
doden van bacteriën
D
doden van bacteriën
Slide 38 - Quizvraag
Hoe lang blijft je voedsel ongeveer
in je maag?
in je maag?
A
4 minuten
B
4 kwartier
C
4 uur
D
4 dagen
Slide 39 - Quizvraag
De twaalfvingerige darm is het bovenste gedeelte van de...
A
dunne darm
B
blinde darm
C
endel darm
D
dikke darm
Slide 40 - Quizvraag
Wat is de functie van de papil van Vater?
A
Hier vindt de vertering plaats
B
Hier worden afvalstoffen in opgeslagen
C
Hier komt de pancreasbuis en de galbuis samen
D
Dit is de opening naar de lymfevaten
Slide 41 - Quizvraag
Waar wordt het meeste vocht uit de voedingsbrij gehaald?
A
12 vingerige darm
B
dikke darm
C
maag
D
dunne darm
