Samenvatting Taalverzorging H3

Taalverzorging 3.1 t/m 3.3
  • Herhaling van de stof van Taalverzorging 3.1, 3.2 en 3.3 in een kleine quiz (formatieve toets).
  • Afronden alle opgegeven opdrachten  tot nu toe.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging 3.1 t/m 3.3
  • Herhaling van de stof van Taalverzorging 3.1, 3.2 en 3.3 in een kleine quiz (formatieve toets).
  • Afronden alle opgegeven opdrachten  tot nu toe.

Slide 1 - Tekstslide

3.1 Hoofdletters
Wat weet jij nog van hoofdletters?

Slide 2 - Tekstslide

Kies de juiste schrijfwijze
A
paashaas
B
Paas haas
C
Paashaas
D
Paas Haas

Slide 3 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
hemelvaart
B
Hemelvaart
C
Hemel vaart
D
Hemel Vaart

Slide 4 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
Donderdag
B
donder dag
C
donderdag
D
Donder Dag

Slide 5 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
Noord-Ierland
B
Noord Ierland
C
noord-Ierland
D
noord Ierland

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste schrijfwijze
A
fanta
B
Fanta

Slide 7 - Quizvraag

Juist of onjuist?

'S middags fiets ik naar huis.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Juist of onjuist?

mevrouw de Campo
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Juist of onjuist?

B. van Tigchelhoven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

3.2 Leestekens en tekens bij woorden.


Wat weet je nog van de leestekens en tekens bij woorden?

Slide 11 - Tekstslide

Noem alle leestekens en tekens bij woorden die je kent:

Slide 12 - Woordweb

Slide 13 - Tekstslide

Welk leesteken mis je in de zin?

'We wachten al zo lang. Schiet op Griekenland'
A
uitroepteken
B
komma
C
punt

Slide 14 - Quizvraag

Welk leesteken mis je in de zin?

'Zou jij dit voor mij kunnen doen alsjeblieft?'
A
uitroepteken
B
komma
C
punten

Slide 15 - Quizvraag

Herschrijf de zin en gebruik leestekens:
Ga linksaf zei de stem van de navigatie en neem na 100 meter de tweede afslag

Slide 16 - Open vraag

Schrijf de juiste meervoudsvorm van:
agenda

Slide 17 - Open vraag

Schrijf de juiste wijze:
Max tas

Slide 18 - Open vraag

Schrijf de juiste wijze:
s avonds

Slide 19 - Open vraag

Schrijf de juiste wijze:
kopieren

Slide 20 - Open vraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
groot-Brittannië
B
Groot-Brittannië
C
Groot Brittannië
D
Groot-Brittannie

Slide 21 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
cacao
B
cacaö

Slide 22 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
carrière
B
carriére

Slide 23 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?
A
patè
B
paté

Slide 24 - Quizvraag

3.3 Meervoud
Wat weet je van het schrijven van de meervoudsvorm?

Slide 25 - Tekstslide

Welke schrijfwijze is juist?
A
offertes
B
offerte's

Slide 26 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?

tv
A
tevees
B
tv's
C
tvs
D
teevee's

Slide 27 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?

politicus
A
politici
B
politicussen
C
politicie
D
politicussi

Slide 28 - Quizvraag

Welke schrijfwijze is juist?

moskee
A
moskees
B
moskeeën
C
moskeën
D
moskee's

Slide 29 - Quizvraag

Nu weet je waar je staat:
  • Rond de paragrafen 3.1 t/m 3.3 af. 
  • Wil je ergens extra uitleg over? Zeg het!

Klaar? Lees alvast de uitleg van 3.4 en maak opdracht 1 en 2.

Slide 30 - Tekstslide