Oorlogsgeheimen (fragment)
Tuur schrikt wakker van zijn moeder. Ze staat naast zijn bed met de kleine Fieneke op haar arm. Vanaf de gang schijnt het licht zijn kamer in. 'Opstaan, Tuur, luchtalarm.' Zijn moeder zegt het heel kalm, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En dat is het ook. Er gaat de laatste tijd bijna geen nacht voorbij of Tuur wordt uit zijn bed gehaald. Buiten hoort hij de sirene loeien. Het ding gilt met korte tussenpozen alsof het steeds even adem moet halen. Tuur zou er gewoon doorheen geslapen zijn als zijn moeder hem niet geroepen had. Alles went, zelfs het doordringende gejank van een sirene, maar hij heeft er wel een hekel aan.