3.3 Oorlogswinter - Historische laag

1 / 18
volgende
Slide 1: Video
GeschiedenisFilmeducatieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Introductie

Kijken naar de Oorlog In deze lessenreeks worden zes populaire historische speelfilms behandeld. Elke film kent drie sub-lessen voorzien van vragen, filmfragmenten en opdrachten. In deze lessen worden leerlingen getraind in het aannemen van een kritische houding ten aanzien van audiovisuele bronnen – historische speelfilms. Bewegende beelden vormen een eigen ‘taal’, die op verschillende niveaus ‘gelezen’ kan worden. Films zijn een afspiegeling van de keuzes van de makers, verbeelden vaak maar één representatie van het verleden, die bovendien contextueel, selectief en subjectief is. Het is belangrijk dat leerlingen en zich hier bewust van worden want net als teksten, spotprenten, kunstobjecten en archeologische vondsten zijn films (historische)bronnen. Sub-lessen De volgende drie lagen van benadering vormen het uitgangspunt van de sub-lessen en zijn tevens een handreiking voor het didactisch inzetten van een historische speelfilm in de geschiedenisles. 1.1 De filmische laag: In deze laag onderzoeken leerlingen de verschillende filmische elementen die een maker heeft ingezet om zijn verhaal te vertellen. Filmische elementen zijn: cameravoering, montage, geluid, muziek en Art Direction 1.2 De symbolische laag: In deze laag onderzoeken leerlingen de normen en waarden van de film en in hoeverre deze historisch of actueel zijn, reflecteren ze op de ideologische betekenissen achter de film en krijgen ze oog voor mechanismen zoals stereotypering en generalisering 1.3 De historische laag: In deze laag onderzoeken de leerlingen in hoeverre het vertoonde verleden een mogelijke reconstructie of representatie is van deze werkelijkheid

Instructies

Winter 1944-1945, Tweede Wereldoorlog. Burgemeesterzoon Michiel is nog maar veertien jaar als hij een neergestorte Britse piloot vindt in het bos bij zijn dorp. Door hem te verzorgen en hem uit de handen van Duitse soldaten te houden, bewijst hij dat hij geen kind meer is maar een echte verzetsheld. Eerst is Michiel blij dat hij eindelijk in actie kan komen tegen de Duitse bezetter, net als zijn stoere oom Ben. Michiel ontdekt al snel dat zijn oorlogsavontuur helaas geen spannend jongensboek is, maar bittere realiteit. Wie kan hij vertrouwen en wat kan hij doen als zijn vader doodgeschoten dreigt te worden?

Leerdoelen
  • De leerling kan enkele historische gebeurtenissen (de razzia in Putten en de Hongerwinter) tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland beschrijven en kritisch vergelijken met de wijze waarop deze in de film worden weergegeven;
  • De leerling kan via een klein onderzoek de meerduidigheid ten aanzien van de geselecteerd historische gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland vergelijken met de representatie ervan in de film Oorlogswinter.



Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Filmische Laag
Historische laag

Slide 2 - Tekstslide

Synopsis
Michel van 15 maakt de laatste bittere Oorlogswinter van 1944/45 mee. Hij raakt betrokken bij het ondergrondse verzet. Zo komt hij voor gevaarlijke opdrachten te staan. Heel alleen. Niemand mag hij in vertrouwen nemen. Met zijn eenzaamheid groeit zijn onafhankelijkheid.

Historische laag
Een filmmaker maakt films, geen reconstructies van historische gebeurtenissen. Hij dramatiseert een verhaal en maakt er een aanschouwelijke voorstelling van.
(Historische) films dragen vaak specifieke maatschappelijke of ideologische betekenissen in zich; waarden en normen die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode, een cultuur, een bevolkingsgroep, een individu. 
In deze les over de ‘historische laag’ gaan we iets dieper in op de verhouding tussen historische realiteit en de weergave daarvan in speelfilms.
In deze les
  • Leer je enkele historische gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog (zoals de razzia in Putten en de Hongerwinter) beschrijven en kritisch vergelijken met de wijze waarop deze in de film worden weergegeven
  • Zul je via een klein onderzoek deze gebeurtenissen vergelijken met de representatie ervan in de film Oorlogswinter

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Legenda
Bekijk het volgende fragment
Beantwoord de vraag
Bespreken van bekeken fragement 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het volgende fragment

Slide 5 - Tekstslide

Bekijk het volgende fragment. (zet het geluid aan)



Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

  1.  Waarom hebben de Duitsers in de film onschuldige mensen uit het dorp opgepakt en doodgeschoten?

  2. Denk je dat dit echt gebeurd kan zijn? Waarom denk je dat?
Waarom hebben de Duitsers in de film onschuldige mensen uit het dorp opgepakt en doodgeschoten?
Denk je dat dit echt gebeurd kan zijn? Waarom denk je dat?

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord
  • Er is een dode Duitse soldaat gevonden. De executie is een vergelding. 
  • Ja dit kan zeker gebeurd zijn. Er zijn veel voorbeelden waarin dergelijke vergeldingsacties hebben plaatsgevonden. 
Bekijk het volgende fragment

Slide 8 - Tekstslide

Bekijk het volgende fragment. (zet het geluid aan)

De razzia van Putten 

Slide 9 - Video

In de nacht van 30 september op 1 oktober 1944 kwamen als gevolg van een hinderlaag door het verzet een Duitse officier en een verzetsman om het leven nabij Putten. Een dag later werd een vergeldingsactie uitgevoerd: Putten werd omsingeld door Duitse militairen. De bewoners werden weggevoerd waarbij vrouwen en mannen van elkaar werden gescheiden. Ruim honderd woningen werden in brand gestoken. Daarbij waren ook Nederlandse SS'ers betrokken. Zes mannen en een jonge vrouw werden doodgeschoten. De vrouwen werden tot 21.00 uur in de kerk vastgehouden, de mannen en jongens werden opgesloten. Op 2 oktober werden 659 mannen afgevoerd, in eerste instantie naar Kamp Amersfoort. Vanuit Amersfoort werden de overige 601 mannen op 11 oktober op transport gezet naar het concentratie-kamp Neuengamme. Tijdens dat transport sprongen dertien mannen uit de trein. Na de oorlog keerden slechts 48 mannen terug. Van hen overleden naderhand nog vijf ten gevolge van de doorstane ontberingen. De meerderheid van de slachtoffers stierf door ondervoeding, dwangarbeid of aan in de kampen opgelopen ziekten. In totaal kwamen 552 mensen om het leven.
Opdracht 1
  • Ondergrondse 
  • Wehrmacht
  • Concentratiekamp 
  • Deporteren
  • Razzia 

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1  - Pak het werkblad uit de bijlage er bij

Zoek de volgende woorden en begrippen op en beschrijf de betekenis:
  • Ondergrondse 
  • Wehrmacht
  • Concentratiekamp 
  • Deporteren
  • Razzia 

Op de volgende slide zien jullie zes foto’s die te maken hebben met de razzia van oktober 1944. Stel, jullie zijn de redacteuren van een leerboek voor het vak geschiedenis. Er komt een paragraaf in het boek over de gebeurtenissen in Putten in oktober 1944. Jullie mogen daarvoor twee van de onderstaande foto’s aanleveren. 

Slide 11 - Tekstslide

Docent legt uit
In de film Oorlogswinter zie je af en toe mensen die fietsend of lopend zochten naar voedsel. Vooral vrouwen trokken naar het oosten of noorden van het land om daar aan eten te komen, met het beetje geld dat ze hadden. Soms probeerden ze ook om hun bezittingen, zoals textiel, zilveren bestek of gouden sieraden te ruilen voor voedsel. Die mensen werden hongertrekkers genoemd. Sommige boeren vroegen uit winstbejag veel te hoge prijzen voor het voedsel. De winter van 1944 op 1945 in Nederland wordt ook wel de Hongerwinter genoemd. Er was toen een groot tekort aan voedsel en brandstof. Met name in het westen van Nederland ontstond hongersnood: twintigduizend mensen kwamen er om het leven door honger en kou.


Antwoord
  • Het zuiden van Nederland was al bevrijd sinds september/oktober 1944. Bovendien kon er geen Limburgse steenkool naar West-Nederland worden vervoerd omdat de frontlijn nu door Nederland liep, ruwweg langs de grote rivieren. Mensen hadden nog nauwelijks verwarming, en vaak alleen kolenkachels om warm te blijven.

Docent legt uit
De winter van 1944/1945 was volgens het KNMI een ‘normale’ winter voor die tijd. De kou was echter niet gelijkmatig verdeeld: de maand december 1944 was iets kouder dan gemiddeld, maar de maand januari 1945 was veel kouder dan gemiddeld (−1,6 °C tegen normaal 3,1 °C). De vorst begon 23 december en eindigde op 31 januari. Met name in de tweede helft van januari kwam er veel strenge vorst voor. De winters van 1941 en 1942 waren echter veel kouder geweest.

Vraag 2 
Waarom vonden de mensen de winter van 1944/1945 dan toch zo koud?

Antwoord
Door de schaarste en ontberingen aan het einde van de oorlogsperiode werd deze winterperiode van januari 1945 veel kouder ervaren: de mensen hadden geen brandstof en veel te weinig te eten.

3. Docent legt uit
Mensen konden één keer per dag eten halen bij centrale gaarkeukens op vertoon van een bonnenkaart. Dat was veel te weinig: ze konden waterige stamppot of soep van aardappelschillen ophalen. Mensen moesten ook lang wachten, in de bijtende kou. Vooral in de grote steden van de Randstad was de situatie heel erg. Het gebrek aan voedsel was soms zo groot dat mensen zelfs honden, katten, bloembollen en suikerbieten aten. Als er al een beetje eten in huis was, moest dat gekookt of opgewarmd worden. Vaak gebruikte men daarvoor een oud conservenblik met een gat onderin, een wonderkacheltje. Daarin werden takjes of houtspaandertjes verbrand.

Vraag 
Mensen gingen dus takken rapen om de kachel te kunnen laten branden. Wat konden ze nog meer doen om aan hout te komen denk je?

Antwoord 
Wegens gebrek aan brandstof werden houtblokjes tussen de tramrails weggehaald. Ook werden bomen illegaal omgezaagd. In sommige buurten in Amsterdam werd hout gesloopt uit leegstaande huizen waaruit Joden waren weggevoerd. Alles wat brandbaar was werd verzameld om de noodkacheltjes brandend te houden.


1
2
3
4
5
6
Welke twee foto's kiezen jullie hiervoor? Waarom die twee?

Slide 12 - Tekstslide

Foto 1:
De mannen uit Putten onderweg naar het station, waar zij zouden worden afgevoerd naar het concentratiekamp Neuengamme. © Niod/Kamp Amersfoort.


Foto 2:
Rookpluimen boven Putten, waar na de razzia 110 huizen in brand zijn gestoken. © Gedenkboek voor Putten, Ronald Peters Putten.

Foto 3:
Een van de 110 huizen in Putten die door de Duitsers in brand zijn gestoken, als represaillemaatregel voor de aanslag op een Duitse militair. © Theo van Haren Noman, Fotocollectie Anefo, Nationaal Archief Den Haag.

Foto 4:
Alle huizen in Putten worden doorzocht en iedereen moet naar buiten komen. Zieken, bejaarden en moeders met zuigelingen hoeven niet te komen: als zij een wit laken uit het raam hangen, hoeven ze hun huis niet uit. © Nationaal Archief Den Haag.

Foto 5:
Riet Ceelen-Hendriksen (81) verloor haar vader bij de razzia. Zij groeide op met twee zussen. Haar moeder trouwde nooit opnieuw. Als oktober in aantocht is, heeft Riet het er zelf ook moeilijk mee: “Dan vraag ik de dokter maar om een pilletje, om wat rustiger te worden’’, zegt ze. “In deze tijd van het jaar komt alles weer op je af.’’ © Rob Voss.

Foto 6:
Het ‘vrouwtje van Putten’ herinnert aan alle vrouwen die alleen achterbleven in het dorp. Het monument staat langs de route die de mannen in oktober 1944 gelopen hebben. Zij kijkt in de richting van de Oude Kerk, waar al die mannen uit Putten werden weggevoerd. Nog altijd trekt de herdenking op 2 oktober in Putten meer publiek dan de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. Bram van de Biezen/archief © herdenking Putten.
Opdracht 2
De winter van 1944 op 1945 in Nederland wordt ook wel de Hongerwinter genoemd. Beantwoord de vragen behorend bij opdracht 2.

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 2  - Pak het werkblad uit de bijlage er bij
  1. Maak met leerlingen de opdrachten over de Hongerwinter. 
  2. Bekijk daarna het fragment van Schooltv over de Hongerwinter (Schooltv: 13 in de oorlog - Hongerwinter (afl. 10), tot 7.10) op de volgende slide. 
  3. Bespreek de antwoorden
Bekijk het volgende fragment

Slide 14 - Tekstslide

Bekijk het volgende fragment. (zet het geluid aan)



Slide 15 - Video

Waarom was er een tekort aan voedsel en brandstof tijdens de Hongerwinter? 
Door de bevrijding van zuidelijk Nederland was er geen aanvoer van steenkool uit de Limburgse mijnen meer mogelijk. Vanuit Duitsland kwam slechts zeer beperkt brandstof. Ook daar was behoefte aan brandstof voor het dagelijks leven en de oorlogsindustrie.
De regeringsopdracht voor de Algemene Spoorwegstaking in 1944, afgekondigd op 17 september door de Nederlandse regering in Londen, waardoor het transport in Nederland in elk geval voor enkele weken voor een groot deel werd stilgelegd.
De represailles waarmee de Duitse bezetter reageerde op de staking, tezamen met het algemene Duitse beleid. Voor een periode van zes weken werd het vervoer van voedsel naar het westen geblokkeerd; relatief eenvoudig, door blokkades op te werpen bij de Afsluitdijk, de bruggen over de IJssel en de Friese/Overijsselse IJsselmeerhavens en het niet meer afgeven van transportvergunningen. Dit veroorzaakte in West-Nederland een hongerramp van catastrofale omvang
Waarom had alleen het westen van Nederland te lijden onder honger en kou?
Waarom vonden de mensen de winter van 1944/1945 dan toch zo koud?
Mensen gingen dus takken rapen om de kachel te kunnen laten branden. Wat konden ze nog meer doen om aan hout te komen denk je?

Slide 16 - Tekstslide

Docent legt uit
In de film Oorlogswinter zie je af en toe mensen die fietsend of lopend zochten naar voedsel. Vooral vrouwen trokken naar het oosten of noorden van het land om daar aan eten te komen, met het beetje geld dat ze hadden. Soms probeerden ze ook om hun bezittingen, zoals textiel, zilveren bestek of gouden sieraden te ruilen voor voedsel. Die mensen werden hongertrekkers genoemd. Sommige boeren vroegen uit winstbejag veel te hoge prijzen voor het voedsel. De winter van 1944 op 1945 in Nederland wordt ook wel de Hongerwinter genoemd. Er was toen een groot tekort aan voedsel en brandstof. Met name in het westen van Nederland ontstond hongersnood: twintigduizend mensen kwamen er om het leven door honger en kou.


Antwoord
  • Het zuiden van Nederland was al bevrijd sinds september/oktober 1944. Bovendien kon er geen Limburgse steenkool naar West-Nederland worden vervoerd omdat de frontlijn nu door Nederland liep, ruwweg langs de grote rivieren. Mensen hadden nog nauwelijks verwarming, en vaak alleen kolenkachels om warm te blijven.

Docent legt uit
De winter van 1944/1945 was volgens het KNMI een ‘normale’ winter voor die tijd. De kou was echter niet gelijkmatig verdeeld: de maand december 1944 was iets kouder dan gemiddeld, maar de maand januari 1945 was veel kouder dan gemiddeld (−1,6 °C tegen normaal 3,1 °C). De vorst begon 23 december en eindigde op 31 januari. Met name in de tweede helft van januari kwam er veel strenge vorst voor. De winters van 1941 en 1942 waren echter veel kouder geweest.

  • Antwoord
Door de schaarste en ontberingen aan het einde van de oorlogsperiode werd deze winterperiode van januari 1945 veel kouder ervaren: de mensen hadden geen brandstof en veel te weinig te eten.

3. Docent legt uit
Mensen konden één keer per dag eten halen bij centrale gaarkeukens op vertoon van een bonnenkaart. Dat was veel te weinig: ze konden waterige stamppot of soep van aardappelschillen ophalen. Mensen moesten ook lang wachten, in de bijtende kou. Vooral in de grote steden van de Randstad was de situatie heel erg. Het gebrek aan voedsel was soms zo groot dat mensen zelfs honden, katten, bloembollen en suikerbieten aten. Als er al een beetje eten in huis was, moest dat gekookt of opgewarmd worden. Vaak gebruikte men daarvoor een oud conservenblik met een gat onderin, een wonderkacheltje. Daarin werden takjes of houtspaandertjes verbrand.

  • Antwoord 
Wegens gebrek aan brandstof werden houtblokjes tussen de tramrails weggehaald. Ook werden bomen illegaal omgezaagd. In sommige buurten in Amsterdam werd hout gesloopt uit leegstaande huizen waaruit Joden waren weggevoerd. Alles wat brandbaar was werd verzameld om de noodkacheltjes brandend te houden.


Van februari tot augustus 1945 werden in Amsterdam lijken in de leegstaande Zuiderkerk opgeslagen. Waarom waren er zo veel lijken?
Vind je dat de regisseur een realistisch beeld heeft gegeven van de situatie in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog? Waarom wel/niet?
Waarom was het lastig om een begraafplaats te vinden voor de doden?

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
  • Mensen gingen dood van de honger.
  • Cremeren deed men in die tijd nog niet zo vaak en in de steden kon voor de doden soms slechts met grote moeite een graf worden gevonden. De grond was hard bevroren en de energie voor graafwerk en transport ontbrak. Hout voor doodskisten kon men bovendien beter gebruiken als brandstof.
  • Alle antwoorden mogelijk.
In deze les
  • Heb je gebeurtenissen uit WO2 onderzocht en kritisch gekeken naar de wijze waarop deze in de film worden weergegeven
  • Deed je onderzoek naar de representatie van deze gebeurtenissen 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies