Cultuur in Beeld: Ontdekken en Reflecteren

Cultuur in beeld
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Cultuur in beeld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
Regels herhalen.
Nieuwsquiz.
Terugblik op de vorige les over cultuurverschillen en diversiteit. 
Uitleg over de opdracht.
Keuze maken.
Aflevering kijken van Jouw stad, mijn dorp.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar ging de aflevering in de vorige les over?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent cultuur?
A
De manier waarop mensen samenleven en hun waarden delen.
B
Een groep mensen die dezelfde taal spreken.
C
De traditionele klederdracht van een land.
D
Het weer in een bepaalde regio.

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke cultuurverschillen ken je?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cultuurverschillen
Verschillen in taal, communicatiestijl, eetgewoonten, kleding, enzovoort tussen verschillende culturen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vooroordelen en percepties
Vooroordelen zijn ongegronde meningen gebaseerd op onvolledige informatie, terwijl percepties de manier zijn waarop we de wereld om ons heen begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent vooroordelen?
A
Een oordeel vellen gebaseerd op feitelijke kennis.
B
Een oordeel vellen na het verzamelen van informatie.
C
Een oordeel vellen voordat je alle informatie hebt.
D
Een oordeel vellen zonder enige reden.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent perceptie?
A
Het vermogen om te communiceren met anderen.
B
Een vorm van sportbeoefening.
C
Het proces van het nemen van beslissingen.
D
Het proces van waarnemen en interpreteren van informatie.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: fotopresentatie
1. Selecteer een cultuuraspect
Je kiest één specifiek aspect van cultuur (bijvoorbeeld kleding, voedsel, tradities, religieuze uitingen, etc.).
  


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Onderzoek en begrip
Besteed tijd aan onderzoek om een dieper begrip te krijgen van het gekozen cultuuraspect. Bedenk wat dit aspect betekent binnen de cultuur en hoe het zich onderscheidt van andere culturen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Maak een fotopresentatie
Maak een presentatie met minimaal 5-8 foto's die het gekozen cultuuraspect weerspiegelen.
Voeg korte beschrijvingen toe aan elke foto om de culturele context en betekenis te verduidelijken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Reflectie: wat vind jij?
Geef aan wat jij hebt geleerd van de foto-opdracht.
Heeft het je inzicht m.b.t. cultuurverschillen vergroot?
Welke persoonlijke inzichten heb je opgedaan?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Presentatie aan de klas
Je presenteert jouw cultuur in beeld presentatie aan de klas.
Na elke presentatie is er ruimte voor vragen en discussie.
Je presentatie duurt tussen 2 en 5 minuten.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beoordeling
Goede foto’s (25 punten)
  • Zijn de foto's goed gemaakt? Zijn ze duidelijk en zien ze er mooi uit?
Uitleg over de foto's (25 punten)
  • Heb je goed uitgelegd waarom je deze foto's hebt gekozen?
  • Kunnen mensen begrijpen wat de foto's betekenen in de cultuur?
Nadenken over je werk ( 25 punten)
  • Heb je nagedacht en opgeschreven hoe dit project je heeft geholpen om meer te weten te komen over verschillende culturen?
Presentatievaardigheden (25 punten)
  • Heb je duidelijk gesproken tijdens je presentatie?
  • Kunnen mensen je goed verstaan? 


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.