Werkwoordspelling 1 Kader lj3

Werkwoordspelling
oefenen met persoonsvorm en voltooid deelwoord
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling
oefenen met persoonsvorm en voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoordsvormen
We gaan deze les oefenen met de volgende werkwoordsvormen:


- persoonsvorm
- voltooid deelwoord

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) is het werkwoord dat zich aanpast aan het onderwerp en de tijd. 

Julia ziet te veel beren op de weg.
Julia zag te veel beren op de weg.
Julia en Devon zagen te veel beren op de weg.

Je vindt de pv dus door de zin van tijd of getal (enkelvoud/meervoud) te veranderen.

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
Hoe schrijf je de persoonsvorm?
In je lesboek staat op blz. 200 een schema. Daarop kun je zien hoe je de persoonsvorm spelt van de zwakke werkwoorden.

Je kunt ook de video bekijken van de vorige LessonUp.

 

Slide 4 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
Oefenen

Noteer bij de volgende zinnen de juiste spelling van de persoonsvorm.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leslie (werken) gisteravond tot 23:00 in de AH.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Derk (vertellen) aan Linda al zijn geheimen.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze trui (passen) goed bij mijn grijze broek.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gister (verbranden) mijn broertje zich aan de vuurkorf.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij (durven) vorig jaar nog niet in de achtbaan.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

(Wassen) jij je handen altijd zonder zeep?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De conciërge (verloten) gisteren in de kantine de laatste broodjes.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voltooid deelwoord?
Bij veel werkwoorden zie je dat het een voltooid deelwoord wordt door ge-  ervoor te zetten. Het voltooid deelwoord staat altijd samen met de persoonsvorm in een zin.

Voorbeelden:
raken           Bernie werd geraakt door een bal van Tim.
wassen        Mijn vader heeft de sla eerst gewassen.
huilen          Kevins kleine zusje heeft de hele nacht gehuild.



 

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
 Voltooid deelwoord
Er zijn ook werkwoorden die al met ge- be- ver- of her- beginnen. Zoals: gebeuren, beginnen, vertellen en herinneren. 

In de persoonsvorm (pv) schrijf je deze werkwoorden anders dan als voltooid deelwoord (vd). Op de volgende slide staan wat voorbeelden.





 

Slide 14 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
Wat is het verschil tussen pv en vd?
Persoonsvorm


Het gebeurt.
Hij begint.
Zij vertelt.
Hij herinnert zich.
Voltooid deelwoord


Het is gebeurd.
Hij is begonnen.
Zij heeft verteld.
Hij heeft zich herinnerd.

Slide 15 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Gebruik de regel van 't sexy fokschaap:

Hele werkwoord zonder -en.
Is de laatste letter t, s, x, f, s, ch of p? Dan schrijf je het vd met een -t aan het einde.

Hij heeft verteld.   ( vertel )
Zij heeft gefietst.  (fiets  )
De verlengproef

Verleng het vd door er een bijvoeglijk naamwoord van te maken.



Het vertelde verhaal
De gefietste route

Slide 16 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
 Hoe schrijf je het voltooid deelwoord
Bij werkwoorden die beginnen met een voorzetsel (op, aan, uit, over enz.), blijft het voorzetsel vooraan staan en komt ge- of ver- in het midden van het werkwoord te staan.


Voorbeelden:
opgestaan - uitverteld - aangekomen - overgeboden.






 

Slide 17 - Tekstslide

Je kunt soms de zin ook in de vraagvorm zetten. Dan staat de pv vooraan in de zin.
Dat geldt niet voor zinnen die al in de vraagvorm staan en beginnen met 'wie, waarom, wat en hoe'
Oefenen

Noteer bij de volgende zinnen de juiste spelling van het voltooid deelwoord.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tygo heeft het hele feestje zelf (organiseren).

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle kosten voor het feestje hebben zijn ouders (betalen).

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hij heeft zelf de affiches met de aankondiging (maken).

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ook had hij het thema voor het feestje (bedenken).

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Er hebben zich al veel vrienden voor het feestje (aanmelden).

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vooral via Instagram heeft Tygo veel interesse voor het feest (wekken).

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Alle inspanning wordt (belonen) met en een geweldige opkomst.

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het voltooid deelwoord is het enige werkwoord in de zin?
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord staat altijd samen met een persoonsvorm in de zin.
De stam van het werkwoord is
A
het hele werkwoord zonder -en
B
de ik-vorm

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de laatste letter van de stam eindigt op een van de medeklinkers uit 't sexyfokschaap, dan
A
eindigt het vd met een -d
B
eindigt het vd met een -t

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde Werkwoordspelling 1
Je weet nu hoe je persoonsvorm in de tt en vt schrijft met behulp van het schema op blz. 200 in het lesboek.

Je weet hoe je het voltooid deelwoord schrijft door de regel met 'sexyfokschaap of de verlengproef te gebruiken.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde Werkwoordspelling 1
Je weet nu hoe je persoonsvorm in de tt en vt schrijft met behulp van het schema op blz. 200 in het lesboek.

Je weet hoe je het voltooid deelwoord schrijft door de regel met 'sexyfokschaap of de verlengproef te gebruiken.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies