Oefenen met kritisch lezen

Lesdoel
  • Tijdens deze les pas je de vaardigheden die je in voorgaande lessen hebt opgedaan toe.
  • De teksten die bij de vragen horen vind je in het kanaal van Nederlands op Teams. 
  • Na iedere vraag kun je het voorbeeldantwoord opvragen, bekijk of jouw antwoord overeenkomt met het voorbeeld. Is dat niet het geval, kijk dan hoe dat komt.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
  • Tijdens deze les pas je de vaardigheden die je in voorgaande lessen hebt opgedaan toe.
  • De teksten die bij de vragen horen vind je in het kanaal van Nederlands op Teams. 
  • Na iedere vraag kun je het voorbeeldantwoord opvragen, bekijk of jouw antwoord overeenkomt met het voorbeeld. Is dat niet het geval, kijk dan hoe dat komt.

Slide 1 - Tekstslide

Vaardigheden?
Weet je het even niet meer of wil je het voor de zekerheid nog even teruglezen? Bij veel vragen staat een link om de uitleg op te vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Objectief en subjectief
Objectieve argumenten worden vaak feitelijke argumenten genoemd. 

Subjectieve argumenten worden vaak waarderende argumenten genoemd. 
Ik heb besloten om de termen feitelijk/objectief en waarderend/subjectief door elkaar te gebruiken. 

Slide 3 - Tekstslide

De volgende vragen horen bij
De volgende vraag hoort bij de tekst 'Vooral zielige kinderen op tv leveren donaties op'.

Slide 4 - Tekstslide

Lees de informatie in het schema hiernaast. Vul het schema daarna in met behulp van de tekst.
Je vindt dit schema ook in het kanaal Nederlands op Teams. Je mag een screenshot inleveren als antwoord.

Slide 5 - Open vraag

Komt je antwoord overeen met het voorbeeldantwoord?
Mijn antwoord komen grotendeels overeen.
Mijn antwoord komt niet of grotendeels niet overeen.

Slide 6 - Poll

De volgende vragen horen bij
De volgende vragen horen bij de tekst 'Muzikant heeft fout begaan, muziek nog net zo mooi'.

Slide 7 - Tekstslide

De schrijver vindt het belachelijk dat Michael Jacksons muziek op sommige plekken niet meer wordt gedraaid. Met welke argumenten onderbouwt hij dit? Schrijf de drie redeneringen op.
Als .... dan is het belachelijk dat Michael Jacksons muziek op sommige plekken niet meer wordt gedraaid.

Slide 8 - Open vraag

Bevat de volgende redenering een objectief of waarderend (subjectief) argument? Als de muziek losstaat van de persoon die het het heeft gemaakt, dan is het belachelijk dat Michael Jacksons muziek op sommige plekken niet meer wordt gedraaid.
Leg je antwoord uit.

Slide 9 - Open vraag

Waarop baseert de schrijver het volgende argument en is het overtuigend?
ls veel mensen over de hele wereld nog veel steun en betekenis halen uit Michael Jacksons liedjes, dan is het belachelijk dat Michael Jacksons muziek op sommige plekken niet meer wordt gedraaid.

Slide 10 - Open vraag

Leg uit waarom de volgende redenering onlogisch is.
Als Michael Jackson overkomt als iemand die onschuldig is, dan is het belachelijk dat Michael Jacksons muziek op sommige plekken niet meer wordt gedraaid

Slide 11 - Open vraag

Komen je antwoorden overeen met de voorbeeldantwoorden?
Mijn antwoord komen grotendeels overeen.
Mijn antwoord komt niet of grotendeels niet overeen.

Slide 12 - Poll

Ik vind dat culturele plekken gratis toegankelijk moeten zijn voor iedereen tot 21, omdat ik ervoor om jongeren meer musea, theaters en muziekgebouwen te laten zonder dat zij er ook nog eens voor moeten betalen.

Wat voor drogreden is dit?

Slide 13 - Open vraag

Het is prima om hier door rood te rijden, want niemand stopt ooit voor dit stoplicht.

Wat voor drogreden is dit?

Slide 14 - Open vraag

De Nederlandse Spoorwegen is een sympathiek bedrijf. In de trein tussen Hengelo en Deventer word ik namelijk altijd vriendelijk behandeld door de conducteurs.

Wat voor drogreden is dit?

Slide 15 - Open vraag

Komen je antwoorden overeen met de voorbeeldantwoorden?
Mijn antwoord komen grotendeels overeen.
Mijn antwoord komt niet of grotendeels niet overeen.

Slide 16 - Poll

De volgende vragen horen bij de tekst 'Opinie: premier moet een hoog IQ hebben'. 

Slide 17 - Tekstslide

Wat is het standpunt van de schrijver?

Slide 18 - Open vraag

In alinea 1 wordt een argument gegeven. Schrijf het argument in eigen woorden op. Is dit argument feitelijk of waarderend en waarom?

Slide 19 - Open vraag

In alinea 2 wordt een tegenargument weerlegd. Schrijf dit tegenargument in eigen woorden op.

Slide 20 - Open vraag

Met welke redenering weerlegt de schrijver dit tegenargument?

Slide 21 - Open vraag

De weerlegging bevat een drogreden. Van welke drogreden is hier sprake?

Slide 22 - Open vraag

In alinea 3 wordt een argument gegeven. Schrijf het argument in eigen woorden op.

Slide 23 - Open vraag

Is dit argument logisch? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Open vraag

In alinea 4 wordt een argument gegeven. Schrijf dit argument in eigen woorden op.

Slide 25 - Open vraag

Is het argument overtuigend? Leg je antwoord uit.

Slide 26 - Open vraag

Is de informatie die de schrijver geeft betrouwbaar? Gebruik in je antwoord een kritische vraag die je kunt stellen.

Slide 27 - Open vraag

Komen je antwoorden overeen met de voorbeeldantwoorden?
Mijn antwoord komen grotendeels overeen.
Mijn antwoord komt niet of grotendeels niet overeen.

Slide 28 - Poll

Afsluiting
Je hebt na iedere serie van opdrachten aangegeven of je antwoorden overeenkwamen met de voorbeeldantwoorden. Wil je meer uitleg of heb je behoefte aan meer oefening, dan mag je me dat laten weten via de chat in teams of via de mail.

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht voor een cijfer
Informatie over de opdracht voor het cijfer van dit blok krijg je in de loop van deze week.

Slide 30 - Tekstslide