In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Binnenkomst + opstart (5 min.)
- Uitleg Duitsland na W01 (15 min.)
- Uitleg Italië na WO1 (15 min.)
- Uitleg Nederland na WO1 (15 min.)
- Oefenen met begrippen (20 min.)
- Einde van de les (10 min.)
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt uitleggen waarom de Republiek van Weimar grote politieke en economische problemen kende.
Je kunt beschrijven hoe in Italië het fascisme opkwam.
Je kunt uitleggen waarom Nederland begin 20e eeuw een neutraliteitspolitiek voerde.
Slide 3 - Tekstslide
De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919
Slide 4 - Quizvraag
In de Eerste Wereldoorlog ...
A
was Nederland neutraal
B
hoorde Nederland bij de Geallieerden
C
hoorde Nederland bij de Centralen
Slide 5 - Quizvraag
De Eerste Wereldoorlog was een...
A
Loopgravenoorlog
B
Atoomoorlog
C
Bliksemoorlog
D
Een totale oorlog
Slide 6 - Quizvraag
Een briefkaart uit de Eerste Wereldoorlog.
Van welke oorzaak van de Eerste Wereldoorlog is dit een voorbeeld?
A
Modern imperialisme
B
Nationalisme
C
Bondgenootschappen
D
Wapenwedloop
Slide 7 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat propaganda is.
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slechte start... (1- Eco)
1. Economisch
Hoge herstelbetalingen + wederopbouw in eigen land = geld bijdrukken inflatie
Oplossing = Dawesplan
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hyperinflatie Duitsland
1923
Om de herstelbetalingen te doen laat de Weimar regering extra geld bijdrukken.
Hierdoor wordt het geld minder waard: hyperinflatie
Spaargeld?
Niets meer waard
Algemeen: onrust.
Slide 12 - Tekstslide
Slechte start... (2- Pol)
2. Politiek
Geen geloof in de regering
Teveel praten, te weinig actie
Slide 13 - Tekstslide
Opdrachten
- Maak opdracht 5
Slide 14 - Tekstslide
Italië na WO1
Italië was halverwege WO1 van bondgenootschap gewisseld, maar werden daar niet voor 'beloond' in Versailles (pact van Londen...)
Er was veel werkloosheid.
Veel mensen hadden behoefte aan een sterke leider
Veel soldaten hadden behoefte aan de structuur die ze kenden uit het leger.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Italië na WO1
Benito Mussolini voelde deze onrust goed aan en richtte in 1919 een eigen knokploeg op in Italië, om weer orde te scheppen in de chaos.
Ook ontwikkelde hij een ideologie: het fascisme.
In 1922 kwam hij d.m.v. een staatsgreep aan de macht.
Slide 17 - Tekstslide
Kenmerken fascisme
Het fascisme is een totalitaire ideologie.
Totalitair = volledig of totaal
Ideologie = manier van denken over hoe de maatschappij moet zijn.
--> manier van denken waarbij het totale leven van mensen wordt beheerst door de overheid die de macht heeft door middel van indoctrinatie (=hersenspoeling).
Slide 18 - Tekstslide
Kenmerken fascisme
De staat is het belangrijkste wat er is;
1 sterke leider: il duce;
1 partij;
Extreem nationalistisch;
Verheerlijking van geweld
Traditionele rolpatronen man-vrouw;
geen persoonlijke vrijheid, het collectief is belangrijker.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Bestaan er nog totalitaire regimes?
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Kan je voorbeelden noemen van landen waar er nog steeds sprake is van een totalitair bestuur?
Slide 24 - Woordweb
Slide 25 - Video
Welke kenmerken van het fascisme zie je terug in deze video?
Slide 26 - Open vraag
Actualiteit: Italiaanse verkiezingen
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
Slide 29 - Video
Europa na de Eerste Wereldoorlog
paragraaf 1.4
Slide 30 - Tekstslide
1.4
1914 had NL een neutraliteitspolitiek*
Klein land*
Afhankelijk handel andere landen.*
Wilde Nederlands-Indië niet verliezen
Nederland was veilig zolang het neutraal bleef.
Slide 31 - Tekstslide
Opdrachten
- Maak de opdrachten 9 en 10.
Klaar? Ga aan de slag met de woordzoeker!
Slide 32 - Tekstslide
Turkije na WO1
Het Ottomaanse Rijk had de Eerste Wereldoorlog verloren.
Twee belangrijke gevolgen:
Het Ottomaanse Rijk viel uit elkaar → de gebieden in het Midden-Oosten werden bestuurd door Engeland en Frankrijk.
Ontstaan Turkije.
Slide 33 - Tekstslide
Turkije na WO1
Turkije moest nu zo Turks mogelijk worden.
De Armeense (christelijke) bevolking werd uitgeroeid
Alle Griekse christenen moesten het land verlaten
De taal van de Koerden werd verboden
De eerste president van Turkije, Atatürk, wilde Turkije ook een 'modern' land maken.
Het Arabische schrift werd verruild voor het Latijnse schrift