Tekstverbanden: doel-middel, tijdsvolgorde, voorwaarde

Lesdoel?!


Aan het einde van de les ken je drie nieuwe tekstverbanden en herken je deze in een tekst.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel?!


Aan het einde van de les ken je drie nieuwe tekstverbanden en herken je deze in een tekst.

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een tekstverband en met welke woorden wordt een tekstverband aangegeven?

Slide 2 - Open vraag

Signaalwoorden
Tekstverbanden
Daardoor
Want
Ten eerste
Opsomming
Doel-middel
Tegenstelling

Slide 3 - Sleepvraag

Wat houdt het tekstverband 'doel-middel' in?

Slide 4 - Open vraag

Wat houdt het tekstverband 'voorwaarde' in?

Slide 5 - Open vraag

Doel-middel
Voorwaardelijk
om te
met als doel
waarmee
daarmee
als
indien
wanneer
mits
tenzij

Slide 6 - Sleepvraag

Welk tekstverband herken je? Tijdens de les mag je niet appen, daarna, in de pauze, mag dat wel.
A
tijdsvolgorde
B
voorwaarde
C
doel-middel

Slide 7 - Quizvraag

Welk tekstverband herken je? Door een goede concentratie, kun je sneller je werk afmaken.
A
tijdsvolgorde
B
voorwaarde
C
doel-middel

Slide 8 - Quizvraag

Natuurlijk mag je de les volgen, mits je je huiswerk maakt.
A
tijdsvolgorde
B
voorwaarde
C
doel-middel

Slide 9 - Quizvraag

Tekstverbanden
Doel-middel = je moet iets doen/gebruiken om iets te bereiken.
- signaalwoorden: om, door, door middel van etc.
Tijdsvolgorde = het geeft aan wanneer iets gebeurt.
- signaalwoorden: eerst, toen, daarna, ten slotte etc.
Voorwaarde = geeft aan dat iets/iemand eerst ergens aan moet voldoen voordag iets anders kan worden uitgevoerd.
- signaalwoorden: als, mits, indien, tenzij 

Slide 10 - Tekstslide