Schritt 6-10 Boek 2 Quiz

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Herzlich willkommen 

in de krant

vertrekken

de excursie

lelijk

sneeuwen

de Zwitsers

leuk

in het zuiden

laat

We spreken in de bioscoop af.

het onweer

Ausflüge

Einladung

Ich habe keine Ahnung.

der Stadtplan

wandern

das Wetter

sich treffen

die Kneipe

....... ihr heute noch lange? (arbeiten)

1. arbeite
2. arbeiten
3. arbeitet
4. arbeitest

er .......... keinen Kuchen mehr. (haben)

1. hat
2. hast
3. habt
4. haben

Ihr (retten)

Wie ....... du?

1. heißen
2. heißst
3. heißt
4. heist

ich (rekenen)

1. regne
2. rechne
3. regnest
4. rechnest

wir (reisen)

1. reise
2. reist
3. reisst
4. reisen

Het werkwoord haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

habe

hast

hat

haben

habt

haben

habst

habben

het werkwoord sein  

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

sein

sein

(gaan jullie) ......... morgen zur Schule?

1. gehen wir
2. geht ihr
3. wir gehen
4. ihr geht

(geloof jij) ........ das auch?

1. ihr glaubt
2. glaube ich
3. glaubst du
4. glauben wir

(hij leeft) ........ zum Glück noch.

achttien

achtentwintig

zevenduizend

42

36

73.000.000

Schreiben

Je Duitse Tante komt op bezoek. Gezien je weinig tijd hebt maak je een leuke planning voor je tante voor de week. incl. kloktijden

- Op maandag ochtend op het strand. In de middag bezienswaardigheden bekijken. 

- Op dinsdag bij het meer en later naar het café

- Op woensdag is het slecht weer dus doet ze geen excursies.

- Op donderdag ochtend leest ze de krant en in de middag bezoekt ze het landschap in Groningen.